Veel topsporters werken tegenwoordig samen met een psycholoog. Niet voor niks, want onze mindset heeft veel meer impact op onze prestaties dan we vroeger altijd dachten.
Iemand die ontzettend veel afweet van duursport en het mentale aspect daarvan, is Matt Fitzgerald. In How bad do you want it? deelt de coach en schrijver al zijn inzichten op dat terrein.
Een behoorlijke eye-opener waar de schrijver mee begint, is dat onze geest het altijd eerder opgeeft in een wedstrijd, dan onze spieren. Hoe graag je iets wilt, is daardoor heel bepalend.
Vuurlopen
Fitzgerald vergelijkt het met het lopen over hete kolen. Die kolen houden op bij een muur, en dat is je fysieke grens. Die zul je nooit helemaal bereiken, door het ongemak dat je voelt.
De afstand tot aan de muur kun je echter wel verkleinen. Volgens Fitzgerald kan dat op twee manieren: je kunt je tolerantie verhogen, of de pijn die je ervaart verkleinen. En zowel fysieke als mentale training helpen je daarbij.
How bad do you want it? is gelukkig geen taai boek, met droge, wetenschappelijke teksten. In plaats daarvan lees je vooral inspirerende verhalen van bekende sporters die het beste in zichzelf naar boven haalden.
Fitzgerald vertelt deze verhalen om te laten zien hoe ons brein werkt. Hardlopers, triatleten en roeiers komen onder meer voorbij, maar ook wielrenners als Greg LeMond en Cadel Evans. Ieder hoofdstuk belicht een ander principe, en Fitzgerald vult ze aan met relevante studies.
Zodoende leer je onder meer hoe je kritiek als motivator kunt gebruiken, wat de rol is van je eigen verwachtingen, en hoe je voorkomt dat je dichtslaat in een wedstrijd. Maar ook hoe falen er juist voor kan zorgen dat je uiteindelijk beter presteert dan ooit.
Is dit boek wat voor jou?
Als je zelf een fanatieke sporter bent en graag meer wilt weten over sportpsychologie, dan is How bad do you want it? zeker een aanrader. Het boek leest erg fijn en Fitzgerald legt ieder principe helder uit, met de nodige voorbeelden.
Automatisch zul je waarschijnlijk ook terugdenken aan je prestaties in het verleden. En beter kunnen verklaren waarom je soms heel goed en soms minder goed was.
Daarnaast kunnen de principes je uiteraard ook helpen in toekomstige wedstrijden. Ook al zijn de meeste lessen geen simpele truc die je zomaar even toepast.
Fitzgerald onderstreept tenslotte dat ieder mens zijn eigen ‘formule’ heeft om het beste uit zichzelf te halen. En het boek geeft je zeker aanknopingspunten om die formule voor jezelf te vinden.
Pluspunten
- Leest erg fijn dankzij de vele boeiende voorbeelden.
- Je leert interessante principes, die Fitzgerald goed onderbouwt.
- Geen stoffige taal: de principes worden helder uitgelegd.
Minpunt
- Er is geen Nederlandse editie van het boek.
How bad do you want it? van Matt Fitzgerald is hier onder meer verkrijgbaar.
Foto: In de Kopgroep
Dit artikel bevat een affiliate-link. Koop je iets via deze link dan betaal je niks extra, maar je steunt In de Kopgroep er wel mee.