Wanneer je veel fietst en fanatiek traint, dan kun je soms ongemerkt over je limiet gaan. Zeker wanneer je wielrennen combineert met een drukke baan of studie en je ook nog veel tijd besteedt aan je sociale leven.
Vaak merk je vanzelf wanneer je over je fysieke grens gaat. Je voelt je futloos en moe. Maar soms zijn de signalen subtieler of ben je zo gefocust op je doelen of je trainingsschema, dat je de seintjes die je lichaam je geeft niet herkent.
Herken je meerdere van onderstaande situaties bij jezelf? Wellicht is het dan verstandig om voor korte of langere tijd wat gas terug te nemen.
1. Het voelt alsof je constant wind tegen hebt
Welke richting je ook kiest en hoe klein je jezelf ook maakt, de wind blijft zijn kop op steken en werkt je alsmaar tegen. De energie vloeit weg en er zit niks anders op dan terug te schakelen.
2. Je ergert je aan álles
Je fiets maakt een vervelend geluid. Je baalt van de harde wind en je irriteert je aan onoplettende medeweggebruikers. Je onderrug zeurt en je opspelende knie is gekmakend. En alle rode stoplichten? Die maken je pas écht chagrijnig.
3. Je wordt uit het wiel gereden
Tijd voor het wekelijkse trainingsrondje met je maten. Gezellig, maar uiteraard gaat het ook hard af en toe. Op de stukjes waar jullie de benen testen moet je keihard lossen. Keer op keer. De power ontbreekt totaal en je moraal zakt tot ver beneden je kader.
4. Je voelt je constant moe
Je bent ’s morgens tot ’s avonds niet vooruit te branden, ondanks de nodige uurtjes slaap. Op het werk of op school is de focus ver te zoeken. Je hebt eigenlijk constant het gevoel dat je in de spaarstand staat.
5. Je hebt weinig zin in een training
Je lijkt wel twintig paarden nodig te hebben om van de bank te komen. Eenmaal op de fiets bedenk je bij iedere omwenteling wat je op dit moment ook had kunnen doen. Je staart vooral naar het schermpje van je fietscomputer en denkt er al snel over om je rit flink in te korten.
6. Je slaapt slecht
Je bent moe en toch kun je de slaap niet vatten. Gedachten schieten door je hoofd en je ligt maar te woelen. Het resultaat is een gebroken nacht. Tot overmaat van ramp ben je ook nog eens vroeg wakker, maar uitgerust ben je allerminst.
7. Je immuunsysteem hapert
Je verkoudheid lijkt maar aan te houden en de zakdoeken zijn niet aan te slepen. Je lijkt vatbaar te zijn voor ieder kwaaltje in je buurt. Wanneer je er net vanaf bent dient het volgende virus zich weer aan.
Rust
Ben je oververmoeid, dan is rust het allerbelangrijkste. Slaap zeven tot negen uur per nacht, zorg voor voldoende ontspanning en eet gezond. Sporten in een rustig tempo helpt ook. Je slaapt er beter door en stress heeft minder vat op je.
Negeer je je oververmoeidheid voor langere tijd, dan kunnen serieuzere klachten ontstaan. Ben je al een langere tijd moe en gaat het niet over met rust en ontspanning? Overweeg dan een huisarts te raadplegen om de oorzaak te achterhalen.
Foto: Pexels
