Overtraining: 6 signalen en wat je er tegen doet

Overtraining: 6 signalen en wat je er tegen doet

Trainen, trainen, trainen. Voor veel sporters bestaat er niks mooiers. Maar je kunt het ook overdrijven, met overtraining tot gevolg. Of daar sprake van is, herken je aan een aantal signalen. 

Overtraining is iets waar veel sporters vroeg of laat mee kampen. En niet alleen topsporters die er alles aan doen om goed te presteren. Ook wanneer je heel wat minder uurtjes aan het sporten bent dan kan het je helaas al overkomen. 

Overtraining ontstaat namelijk wanneer je langere tijd teveel eist van je lichaam, en te weinig rust neemt. En ook een drukke, stressvolle baan, een druk (gezins)leven, veel reizen en een chronisch slaapgebrek kunnen daar aan bijdragen.

Ben je overtraind, dan laat je lichaam dat meestal duidelijk weten. Desondanks zijn veel sporters er ontzettend goed in om die signalen te negeren. We houden nu eenmaal van trainen, afzien, pijn lijden. En geven niet zomaar op. Maar daar kun je dus flink in doorschieten…

Is je lichaam overtraind, dan zul je dat vaak aan de volgende signalen herkennen.

Je bent constant moe

Dat je na een pittige training moe thuis komt is compleet normaal. Maar wanneer dat gevoel lange tijd aanhoudt, dan is er meer aan de hand. Ben je al tijden niet vooruit te branden, en is de motivatie om te gaan trainen er nauwelijks? Luister dan naar je lichaam en neem gas terug.  

Je presteert minder

Zijn je prestaties duidelijk minder, of kost het je veel meer moeite om je trainingsdoelen te halen, dan kan er sprake zijn van een verstoorde balans, waarbij je te teveel traint en te weinig rust. 

Het kan ook zijn dat je een zogenaamd plateau ervaart. Gek genoeg gaan we dan dikwijls nog harder trainen, omdat we denken dat we te weinig hebben gedaan. Wat de situatie meestal alleen maar erger maakt.

Je slaapt slecht

Je zou denken dat slapen geen probleem is, wanneer je overtraind bent. Maar juist wanneer je te veel van je lichaam vraagt dan kan dat er soms voor zorgen dat je rusteloos bent. Waardoor je moeilijk in slaap valt, en onrustig slaapt. Je lichaam kan dan moeite hebben om in een diepe slaap te komen, waardoor je overdag juist ontzettend moe bent.

Je weerstand is laag

Iedereen heeft wel eens een verkoudheid of een griepje. Vooral in het winterseizoen. Maar als je constant aan het kwakkelen bent, en vatbaar bent voor iedere verkoudheid die voorbijkomt, dan is dat geen goed teken. Je weerstand is dan blijkbaar heel laag, en overtraining kan de oorzaak zijn.

Je hartslag wijkt af

Ben je overtraind, dan kun je dat vaak op twee manieren merken aan je hartslag. In rust is je hartslag in dat geval hoger dan normaal. En doe je een zware inspanning, dan zul je merken dat je hartslag veel lager is dan normaal.

Je bent snel geïrriteerd

Overtraining kan ten slotte ook doorwerken op je humeur. Natuurlijk is iedereen wel eens chagrijnig, maar als je al langer niet goed in je vel zit, of snel geïrriteerd raakt, dan kan overtraining wel eens de oorzaak zijn.

Wat te doen bij overtraining

Heb je last van een van de genoemde signalen, dan wil dat niet automatisch zeggen dat je overtraind bent. Maar als je meerdere signalen herkent, dan is die kans wel behoorlijk groot. 

Een expert inschakelen (zoals een sportarts) is dan zeker zinvol. Deze persoon kan dan ook onderzoeken of er geen sprake is van een onderliggende ziekte, of een andere reden voor je klachten. 

Vermoed je dat je overtraind bent, dan is het natuurlijk verstandig om rust te nemen. Soms doet een week of twee weken rust al wonderen, maar soms kan het ook veel langer duren. Naar je lichaam luisteren is dan heel belangrijk.

Voorkomen

Overtraind zijn is vervelend, vooral wanneer je er veel te laat achterkomt. (En helaas geldt dat voor veel sporters.) Op de volgende manieren kun je overtraining voorkomen:

Vermoeidheid na een training is normaal, maar zorg dat je weer uitgerust bent als een volgende zware training doet.

Volg een trainingsschema dat je goed kunt volhouden naast alle andere activiteiten en verplichtingen die je hebt.

Neem langer rust als je de behoefte voelt, en doe andere (ontspannende) activiteiten. 

Eet goed, en zorg dat je voldoende slaap krijgt. Beide zijn heel belangrijk om goed te kunnen herstellen.

Analyseer je data als je merkt dat je vooruitgang stagneert. Probeer op basis daarvan aanpassingen te maken.

Foto: Mel Elias