Zo verklein je je kans op een lekke band

Zo verklein je je kans op een lekke band

Een binnenband verwisselen.

Een lekke band is niet het einde van de wereld, maar toch zit je er als wielrenner nooit op te wachten. Want iedere hinderlijke onderbreking van je trainingsrit is er een teveel. Een geheime tip om nooit meer lek te rijden, die is er helaas niet. Wel kun je met de volgende tips veel van die situaties voorkomen.

Vervang je buitenbanden op tijd

Naarmate je buitenbanden slijten, neemt de kans op lekrijden toe. Sommige banden geven je een indicatie wanneer een band vervangen moet worden. Bijvoorbeeld met kleine inkepingen, die niet meer zichtbaar zijn als de band ‘op’ is. 

Natuurlijk kun je banden finaal afslijten, tot ze helemaal afgevlakt zijn en kleine scheurtjes gaan vertonen. Maar doorgaans zul je dan ook wat vaker langs de kant van de weg staan. Besparen op banden komt dus met een prijs.

Kies een kwalitatief sterke buitenband

Je hebt buitenbanden en buitenbanden. En de keuze die je daar in maakt, is belangrijker dan je misschien wel denkt. Want ga je voor een meer kwetsbare, maar snelle banden met een lage rolweerstand, of ga je voor wat tragere banden met een maximale bescherming tegen lekrijden? Waarschijnlijk kom je voor jezelf uit op een compromis tussen beide. 

Je kunt er ook nog voor kiezen om alleen in de wintermaanden met wat tragere banden te rijden, met extra profiel en een maximale bescherming. Waarom? Meestal wil je in de winter vooral trainingsuren maken. Bovendien sta je ’s winters niet graag een band staat te plakken in het donker of in de kou.

Rij met bredere banden

Was vroeger 23 millimeter de standaard bandenbreedte voor racefietsen, tegenwoordig zijn banden van 25 en zelfs 28 millimeter populair. Voor de rolweerstand maakt dat niks uit, al dacht men dat vroeger wel. Maar een iets bredere band geeft je wel meer grip in de bochten, en de kans op een stootlek is kleiner.

Als je wilt overstappen op bredere banden, check dan of je frame hiervoor geschikt is. Vooral bij wat oudere fietsen is er soms onvoldoende ruimte bij de voor- en achtervork van je frame.

Vermijd gaten en putdeksels in de weg

Een open deur misschien, maar hou altijd een oog op de weg en rij om putdeksels en gaten heen. Banden zijn tegenwoordig van een zeer hoge kwaliteit, maar loop geen onnodig risico. Let ook altijd op de aanwezigheid van glas, of ander vuil.

Check regelmatig de bandenspanning

Fiets je met een te lage bandenspanning, dan slijten je banden niet alleen sneller, de kans op lekrijden wordt ook groter. De aanbevolen bandenspanning staat vaak vermeld op een band, maar zie dit vooral als een uitgangspunt. Met een te hoge bandenspanning stuiter je over de weg, een te lage bandenspanning verhoogt de rolweerstand onnodig. 

Wat is dan de ideale bandenspanning? Dat hangt onder andere af van je eigen gewicht, en de ondergrond waarover je rijdt. Rij je veel over een oneffen terrein, dan geeft een iets lagere bandenspanning je meer grip en comfort. Uitgangspunt is vaak één bar per tien kilogram lichaamsgewicht. Weeg je zeventig kilo, dan blaas je je banden dus op tot zeven bar. 

Uiteraard heeft deze formule z’n beperkingen, want een band kun je niet oneindig oppompen. En met de bredere banden die tegenwoordig populair zijn, kun je prima met een wat lagere bandendruk fietsen. Blijf dus vooral testen wat voor jou de beste bandenspanning is.

Of ga tubeless

In principe zijn er drie type banden voor je racefiets:

  1. De veelgebruikte draad- of vouwbanden met binnenband, zoals hiervoor besproken.
  2. Tubes, waarbij de binnenband is vastgenaaid in de buitenband. Veel gebruikt door de profs.
  3. De nog vrij nieuwe tubeless banden, zonder binnenband. 

De tubeless band is een slimme tussenvorm tussen de zeer praktische vouwband en de bij pech niet zo praktische tubes.

Met een tubeless band is de kans op lekrijden kleiner dan met een vouwband. Ook rolt de band lichter, en bespaar je er wat gewicht mee. De tubeless banden zijn van binnen voorzien van een klein beetje latex, wat er voor zorgt dat een gat zich automatisch weer kan vullen. De latex kan zelfs het gat vullen van een spijker. Wel blijft het handig om voor extreme noodgevallen een binnenbandje bij je te hebben. Dat geeft je waarschijnlijk ook een geruster gevoel.

Als je tubeless wilt rijden, dan moet je er wel op letten dat je luchtdichte velgen hebt, of dat je ze luchtdicht maakt.

Een nadeel van tubeless banden is dat de latex een smeerboel kan geven wanneer je de band verwisselt. Ook is het wat lastiger om de stugge band om de velg te leggen.

Helaas zul je vroeg of laat eens lekrijden, wat je ook doet om een lekke band te voorkomen. Maar laat dat de pret vooral niet bederven, of de reden zijn dat je de fiets toch maar laat staan. Tenzij je een grote pechvogel bent, zal het je slechts heel af en toe eens overkomen. Zeker als je bovenstaande tips hanteert. 

Foto: WikiMedia Commons

Join the discussion