Duizenden omwentelingen per uur maak je als je fietst, eigenlijk zonder dat je er bij na hoeft te denken. Maar ondertussen zijn je spieren wel flink aan het werk. En dat zijn er waarschijnlijk meer dan je denkt.
Gelukkig hoeven we niet over iedere spierbeweging na te denken als we fietsen. Je zou geen tijd meer hebben om aan iets anders te denken waarschijnlijk! Heel wat spieren werken nauw met elkaar samen als je aan het trappen bent, en dat gaat veel verder dan alleen je beenspieren. Al doen die natuurlijk wel het gros van het werk.
Dit zijn de belangrijkste spieren die aan het werk zijn als je fietst.
Quads
Laten we beginnen met de belangrijkste spiergroep: de quads of voluit quadriceps. Deze vierhoofdige dijspier aan de voorzijde van je been dankt zijn populariteit onder wielrenners (en in de sportschool) natuurlijk omdat ie zo goed zichtbaar is. Met name de vastus medialis valt op. Die zit net boven je knie, aan de binnenkant, en je herkent hem aan zijn druppelvorm.
De spieren van je quads lopen van je knieën tot aan je heupen, en je gebruikt ze met name wanneer je de pedalen naar beneden duwt. Tijdens een sprint of klim moeten ze helemaal vol aan de bak.
Dat de quads één van de grootste spiergroepen zijn in je lichaam, had je vast al vermoed. Naast het leveren van heel wat vermogen tijdens het fietsen, zorgen je quads er ook voor dat je je knie kan strekken.
Bilspieren
Je zou het misschien niet verwachten, maar ook je bilspieren zijn heel belangrijk om (hard) te kunnen fietsen. Vooral wanneer je op de trappers staat.
De bilspieren zijn de grootste spieren van het lichaam, en ze zorgen er niet alleen voor dat je harder kunt fietsen, maar ze stabiliseren ook de heupen. De gluteus maximus is de grootste bilspier in deze groep, en deze wordt geholpen door de gluteus medius en minimus.
Wil je sterkere bilspieren kweken? Rij dan vaker staand op de pedalen in een sprint of tijdens een klim!
Hamstrings
Je hamstrings bevinden zich aan de achterzijde van je bovenbenen, en dankzij deze spiergroep kun je je knieën buigen en heupen strekken.
De hamstrings gebruik je tijdens het fietsen met name tijdens de opwaartse trapbeweging. Dus wanneer je aan de pedalen trekt. Natuurlijk kan je dat alleen maar doen als je met je voeten vastgeklikt zit in je pedalen. Dit deel van de beweging is uiteraard minder krachtig dan de neerwaartse trapbeweging.
Kuitspieren
Ook kuitspieren leveren hun vermogen als je fietst, maar hun bijdrage is wel kleiner. Desalniettemin kunnen de kuiten er imposant uitzien bij een wielrenner.
De kuitspieren – aan de achterzijde van je onderbenen – bestaan eigenlijk uit drie verschillende spieren en je gebruikt ze (net als de quads) vooral tijdens de neerwaartse trapbeweging.
De kuitspier die het meest in het oog springt is de gastrocnemius. Die zie je als een bal op je onderbeen wanneer je je voet naar beneden duwt.
Scheenbeenspieren
Je scheenbeenspieren – aan de voorzijde van je onderbeen – zijn juist weer belangrijk tijdens de opwaartse beweging als je trapt. Daarnaast zorgen deze spieren voor de stabiliteit van je enkel en voet.
Overige spieren
Natuurlijk zijn je beenspieren het meest aan het werk tijdens het fietsen, maar je gebruikt nog meer spieren tijdens het trappen. De spieren in je voet bijvoorbeeld. Al gebruik je die vooral voor stabiliteit.
Daarnaast zijn ook de spieren in je romp belangrijk voor je balans, en om efficiënter te kunnen trappen. Zelfs je armen en schouderspieren zijn nodig voor stabilisatie, vooral wanneer je gaat staan.
Om al deze spieren optimaal te laten functioneren heb je uiteraard een goede afstelling nodig van je fiets. Is die afstelling niet in orde, dan heb je kans op een overbelaste spier, of zelfs een blessure.
Heb je klachten (of wil je dat voorkomen) dan is het dus aan te raden om een meting te laten doen, zodat je zeker weten goed op je fiets zit.
Daarmee voorkom je niet alleen pijntjes, je gaat er vaak ook nog wat harder van fietsen. Een win-win situatie dus.
Foto: David Dvoracek