De klassieker der klassiekers, zo mag je hem gerust noemen. Morgen is het al weer tijd voor de 103e editie van de Ronde van Vlaanderen. Het slotstuk en hoogtepunt van de Vlaamse heilige week van het wielrennen. Het moment waarop we met z’n allen op het puntje van onze stoel zitten.
De Ronde van Vlaanderen is een wedstrijd met een rijke geschiedenis en een enorme aantrekkingskracht. Terecht natuurlijk, want prachtige duels zijn uitgevochten op de kasseienstroken en hellingen in het Vlaamse land. Desondanks is Vlaanderens Mooiste slechts de jongste van de vijf monumenten.
Wij noteerden in aanloop naar de wedstrijd zeven feiten voor je over deze Vlaamse Hoogmis, die je hoogstwaarschijnlijk nog niet wist. Als opwarmertje, of zodat jij zondag je wielermaten een klein beetje kunt imponeren tijdens het kijken naar de wedstrijd.
Het parcours in 1915: een wielerbaan
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd, ondanks de moeilijke omstandigheden waarin België verkeerde, toch nog een alternatieve Ronde bedacht. Het tekent het belang van wielrennen in Vlaanderen, als bron van afleiding en vermaak.
Het gebruikelijke parcours liep door bezet gebied en de Duitsers hadden daar alle ‘vermakelijkheden’ verboden. De locatie van deze alternatieve Ronde van Vlaanderen werd daarom de velodroom van Evergem. De wedstrijd over 150 kilometer werd gewonnen door Léon Buysse.
Concurrent van Milaan-San Remo
Ook bijzonder: in de beginjaren vond de Ronde vaak op dezelfde dag plaats als Milaan-San Remo. Twee monumenten op één dag! Tegenwoordig een onvoorstelbare gedachte. Om die reden bleef de wedstrijd in Vlaanderen lange tijd een Belgische koers met tot aan de Tweede Wereldoorlog slechts één buitenlandse winnaar.
Vijftien jaar zonder de Koppenberg
Eén van de meest beruchte hellingen in de Ronde is de Koppenberg. Met een maximaal stijgingspercentage van 22 procent en geplaveid met kasseien is het een ware beproeving, zelfs voor de profs.
De val van Jesper Skibby in 1987 zal sommigen misschien nog voor de geest staan. Tijdens de beklimming van de Koppenberg werd hij aangereden door een auto van de organisatie. Het zorgde ervoor dat de Koppenberg vijftien jaar lang uit het parcours verdween en dat de weg een volledige renovatie kreeg.
De eerste editie: ‘te gevaarlijk’
In de eerste editie in 1913 verschenen 37 renners aan de start in Gent. Daarvan haalden 16 renners ook de finish in Mariakerke, op de wielerbaan. Bijzonder was de late afmelding van alle Franse deelnemers. In Frankrijk besloot men namelijk van hogerhand dat het parcours te gevaarlijk was.
Van oorsprong slechts enkele hellingen
De editie van dit jaar telt 17 hellingen, en al jaren schommelt het aantal heuvels rond dat aantal. Dit in tegenstelling tot de begintijd toen het parcours vooral bestond uit slechte wegen en kasseienstroken.
Helaas voor de koers kregen veel van deze slecht begaanbare wegen in de loop van de tijd een asfaltlaag. Om toch een selectief parcours te kunnen bieden, koos men steeds vaker voor hellingen in de route.
Het record: 20 deelnames van Briek Schotte
Briek Schotte – bijnaam IJzeren Briek – stond ook wel bekend als de laatste Flandrien. Tweemaal won de Belg Vlaanderens Mooiste: in 1942 en 1948. Maar liefst twintig keer nam hij deel aan de Ronde, tussen 1940 en 1959. Nog een bijzonder feit over Schotte: de oud-wielrenner overleed in 2004, op de dag van de Ronde van Vlaanderen.
Langzaamste editie: 26 kilometer per uur
Stel je de slechte wegen voor, maar ook de fietsen uit begin vorige eeuw. Het waren bepaald niet de racemonsters van carbon die we nu kennen. Het verklaart de gemiddelde snelheid van de winnaars in die jaren. De langzaamste editie? Dat is die van 1923, gewonnen door de Zwitser Heiri Suter, met een gemiddelde van 26,2 kilometer per uur. Een allerlaatste feitje: hij was de eerste niet-Belg die de Ronde van Vlaanderen won.
Bronnen: Wikipedia, VisitFlanders.com