Over precies een week start de 74e Vuelta a España. De laatste grote ronde van het jaar, die je altijd doet beseffen dat het wielerseizoen al ver gevorderd is. Maar een mooie ronde ligt gelukkig weer in het verschiet. Welke etappes je daarbij zeker moet aanstippen, lees je in dit artikel.
De Vuelta van 2019 vind plaats van 24 augustus tot en met 15 september. De ‘Gran Salida’ is dit jaar in Las Salinas de Torrevieja, aan de Costa Blanca. Titelverdediger Simon Yates is er in ieder geval niet bij. Klassementmannen die wel gaan strijden voor het podium zijn Primoz Roglic, Nairo Quintana, Richard Carapaz, Miguel Ángel López, Rigoberto Uran en onze eigen Steven Kruijswijk en Wilco Kelderman.
Deze editie maakt de Vuelta een uitstapje naar Frankrijk en Andorra. De renners krijgen in 21 etappes 3.272 kilometer voor de kiezen, waarvan 7 bergetappes, 4 etappes in de heuvels, en 8 etappes die finishen na een klim.
De Vuelta blijft qua aandacht flink achter bij de Tour de France, en eigenlijk is dat zeer onterecht. Want aan spektakel en spanning zal het drie weken allerminst ontbreken. Met enkele etappes die er in het bijzonder uitspringen.
Etappe 1: de ploegentijdrit
Zaterdag 24 augustus
Las Salinas de Torrevieja – Torrevieja
Traditiegetrouw – uitgezonderd vorige jaar – begint de Vuelta met een ploegentijdrit. Het parcours van 13,4 kilometer is grotendeels vlak en zonder veel bochten, waardoor het tempo flink hoog zal liggen. De korte krachtsinspanning is dit jaar natuurlijk een kolfje naar de hand van Jumbo Visma, al zijn er meerdere kapers op de kust. Pakt Jumbo Visma net als in de Tour de France meteen de leiderstrui op de eerste dag? De openingsetappe is op zaterdagavond rond 19.00 uur. Heerlijk dus met je bord op schoot.
Etappe 9: een korte maar heftige bergetappe
Zondag 1 september
Andorra la Vella – Cortals d’Encamp
In de negende etappe rijden de renners door Andorra, in een korte venijnige bergetappe van maar 94 kilometer, met 3 flinke cols. De eerste klim naar Coll d’Ordino mag dan nog een ‘opwarmertje’ zijn met een stijgingspercenatage van 5 procent, met de Coll de la Gallina krijgen de renners al flink het vuur aan de schenen gelegd. Op deze klim van 12 kilometer loopt de weg regelmatig steil omhoog met percentages van boven de vijftien procent. De top ligt op bijna tweeduizend meter.
De slotklim tenslotte van 20 kilometer belooft echt vuurwerk. Eigenlijk behelst de klim 3 cols naar finishplaats Cortals d’Encamp, met telkens een plateau om even op adem te komen. Maar van dalen is eigenlijk geen sprake meer. Uitdagend is het slot zeker, met percentages van opnieuw vijftien procent. En alsof dat niet genoeg is komen de heren onderweg ook nog een gravelsectie tegen van 4 kilometer.
Etappe 10: de enige individuele tijdrit
Maandag 2 september
Jurançon – Pau
De enige individuele tijdrit in deze Vuelta is 36 kilometer lang en is ‘Spaans vlak’. Oftewel zonder serieuze hoogtemeters, maar uiteraard wel met wat glooiende heuvels. In deze etappe is het zaak voor de tijdritspecialisten, zoals Roglic en Kelderman, om kostbare tijd (terug) te pakken ten opzichte van de concurrenten. Een paar keer loopt de weg even hinderlijk steil omhoog, wat een goede indeling van de rit noodzakelijk maakt. Zo’n puist ligt er ook in de buurt van de finish.
Etappe 13: 6 bergen en een spectaculaire slotklim
Vrijdag 6 september
Bilbao – Los Machucos
De afstand van deze etappe in de Vuelta is misschien niet heel indrukwekkend, met 166 kilometer. Maar met 6 cols en een imposante slotklim is de dertiende rit het kijken meer dan waard. En het venijn zit hier echt in de staart, al zou je dat van een klim van 7 kilometer, met een stijgingspercentage van 9 procent niet zeggen. Wie meer inzoomt snapt waarom deze col pijn gaat doen. Met stroken van 17, 26 en 25 procent, afgewisseld met korte afdalingen en vlakke stukjes is het haast onmogelijk om in een goed ritme te komen.
Etappe 15: flink aan de bak
Zondag 8 september
Tineo – Santuario del Acebo
Tijdens de vijftiende etappe naar Santuario del Acebo krijgen de renners 4 bergen voor de kiezen, waaronder een zeer steile en onregelmatige slotklim. De eerste keer dat de Acebo beklommen wordt, mogen de renners nog opwarmen. Die klim is 8 kilometer lang, aan ruim 7 procent. De tweede klim naar Puerto del Connio is een regelmatige weg omhoog met een lengte van zo’n 12 kilometer en zo’n 6 procent.
Op de laatste twee beklimmingen mogen de mannen echt aan de bak. Op de grillige Puerto del Pozo de las Mujeres Muertas gaat het alle kanten op. Met lichte hellingen en hele steile stukken is het moeilijk in een ritme komen.
De laatste berg van deze dag kent geen genade. De col van de buitencategorie naar Sanctuario de la Virgen del Acebo is 8 kilometer lang en strooit met steile stukken waar je u tegen zegt. Het gemiddelde stijgingspercentage van een kleine tien procent zegt daarbij niet alles, wat regelmatig vlakt het onderweg even af, waarna het weer genadeloos omhoog gaat.
Etappe 16: 3 flinke cols en een finish bergkop
Maandag 9 september
Pravia – Alto de La Cubilla
De laatste etappe voor de tweede rustdag van deze Vuelta moeten de renners nóg eens flink aan de bak. De route loopt over 3 serieuze cols, met een finish bergop, naar La Cubilla. Deze 18 kilometer lange klim is nieuw in de Vuelta, en de weg loopt zeer gelijkmatig omhoog, met gemiddeld ruim 6 procent.
Daarvoor hebben de coureurs al twee pittige bergen bedwongen. De San Lorenzo goed voor 10 kilometer bergop, en de 8 kilometer lange Cobertoria, allebei met een gemiddelde stijging van ruim acht procent.
Al hoewel er dan nog een derde week te gaan is, weten we na deze 16e etappe waarschijnlijk vrij goed wie er de meeste kans maakt om de rode trui in Madrid definitief om zijn schouders te hangen.
De Vuelta 2019 is te bekijken bij Eurosport en via Sporza, bij onze zuiderburen. De NOS zal zich waarschijnlijk net zoals afgelopen jaren beperken tot de etappes in het weekend.
