Waar moet jij als wielrenner niet aan denken? Hier lees je welke vijf angsten veel wielrenners delen, en hoe je daar het beste mee omgaat.
Vallen
Voor wedstrijdrenners hoort vallen erbij. Maar als je puur een liefhebber bent die ter ontspanning zijn rondjes rijdt, dan wil je er waarschijnlijk niks van weten. Gelukkig is de kans dat je onderuit gaat ook een heel stuk kleiner als je geen wedstrijden rijdt. Maar uitsluiten kun je het niet natuurlijk.
Als je opziet tegen de gevolgen van een eventuele valpartij, dan zou je kunnen overwegen om eens een valtraining te doen. Je leert dan de juiste techniek om te vallen. Waardoor de schade in de toekomst (hopelijk) beperkt blijft.
Handige organisaties om te informeren naar zo’n training zijn de NTFU en de KNWU.
Gelost worden
Het is misschien wel de grootste angst van wielrenners die voor het eerst met een nieuwe groep gaan fietsen. Dat het te hard gaat. Ja, ze zullen wel op je wachten als het gebeurt, maar voor jou maakt dat het niet minder pijnlijk.
Het is een angst die je eigenlijk niet zou moeten hebben natuurlijk. Ze moeten je eerst nog maar eens zien te lossen namelijk. En bovendien heb je als nieuwkomer een prima excuus, mocht het gebeuren. Daarnaast ben jij de enige waarschijnlijk die daar een dag later nog aan denkt.
Laat het je vooral niet tegenhouden dus om mee te gaan met een groep. Is het pittig de eerste keren, dat maakt je dat ook een sterkere renner moet je maar denken.
Een hongerklop
Trillende benen, en een licht gevoel in je hoofd… iedereen die ooit een hongerklop gehad heeft zal het gevoel niet meer vergeten. De man met de hamer wil je uiteraard niet tegenkomen, vooral niet als je nog ver van huis bent.
De geruststellende gedachte in dit geval: vaak kun je weer prima herstellen van een hongerklop, als het gebeurt. Eet goed, neem de tijd voor je verder fietst, en je lichaam knapt dan vanzelf weer op.
Verkeer dat niet oplet
Het zal je als wielrenner vast al eens zijn overkomen. Jij schrikt je rot, omdat een slaperige automobilist je bijna omverrijdt. Gelukkig maar, dat het vaak goed afloopt. En heel vaak dankzij jouw scherpte.
Zelf ook alert zijn onderweg, ook al heb je voorrang, is dus heel belangrijk. Probeer daarnaast ontspannen te blijven en zorg dat je goed zichtbaar bent op de weg. Met verlichting bijvoorbeeld, en met reflecterende kleding.
Neem tenslotte geen risico’s als je twijfelt of een automobilist je wel gezien heeft, en neem waar nodig gas terug. Better safe than sorry…
Een blessure
Weken, maanden of nog langer niet kunnen sporten. Als je een beetje fanatiek bent, dan moet je daar waarschijnlijk niet aan denken. Je topconditie, de geluksstofjes die je lichaam aanmaakt tijdens het sporten, de competitie… Je moet het allemaal missen.
Helaas kun je er weinig aan doen als je geblesseerd raakt. Wat je wel kunt doen is de eerste signalen niet negeren, als je iets voelt opkomen. Pak dus op tijd je rust, en raadpleeg een (sport)arts als iets niet goed voelt. Of een bikefitter natuurlijk, als je houding op de fiets misschien het probleem is.
Forceer niks, zorg goed voor jezelf, probeer positief te blijven en focus op de progressie die je maakt. Hoe klein die ook is. Wanneer je de actie onderneemt die nodig is, dan heb jij de nog steeds de regie. Ondanks deze (ontzettende) tegenvaller.
Foto’s: Unsplash
