Je allereerste rondje op een racefiets is een bijzondere ervaring waarbij er doorgaans heel wat op je afkomt. Je doet er dus goed aan om de eerste keren de tijd te nemen voor alles. Om te zorgen dat je ook geniet van dat eerste rondje, zijn hier 6 tips waar je op moet letten.
Oefen het in- en uitklikken
Uiteraard zijn klikpedalen niet per se een must, als je dat niet (meteen) ziet zitten. Maar ze hebben wel het grote voordeel dat je nog meer controle hebt over je fiets.
Gebruik je ze wel meteen dan zul je waarschijnlijk snel gewend raken aan het in- en uitklikken. Voor je het weet doe je het zonder er over na te denken. Aangezien het je de eerste keren wel wat onzeker kan maken is het goed om het in- en uitklikken eerst te oefenen terwijl je stilstaat. Bijvoorbeeld terwijl je leunt tegen een muur.
Het voelt wat overdreven misschien, maar oefen de beweging flink wat keren voor je vertrekt. Door eerst goed te oefenen ga je met veel meer vertrouwen de weg op.
Kies een rustige route
Aangezien je op heel veel dingen moet letten de eerste keer, is het fijn om zo min mogelijk afleiding te hebben. Kies daarom het liefst een route met weinig verkeer. Uiteraard helpt het daarbij als je niet meer hoeft na te denken over de route. Fiets daarom een rondje dat je goed kent. Is er een wielerbaan bij jou in de buurt, dan kun je daar natuurlijk ook gebruik van maken.
Oefen het remmen en schakelen veelvuldig
Wanneer je nooit eerder op een racefiets hebt gezeten, dan is het goed om het remmen en schakelen veelvuldig te oefenen, zodat je op onverwachte situaties precies weet wat je moet doen.
Het grote blad voor is vooral handig wanneer het vlak is, terwijl je beter naar het kleine blad voor kunt schakelen wanneer de weg oploopt. Al die versnellingen kunnen in het begin wat verwarrend zijn, maar oefening doet wonderen.
Voor het remmen geldt eigenlijk hetzelfde: oefen dat zoveel als je kan. Duw je gewicht zoveel mogelijk naar achteren als je remt, en rem niet te abrupt maar bouw de remkracht juist op. Je remkracht verdeel je daarbij over beide remmen. Hou je schouders en armen ondertussen ontspannen, zodat je de snelheid beter kunt doseren en gemakkelijker blijft sturen.
Oefen je bochten
Probeer telkens een goede inschatting te maken van een bocht, en rem gelijkmatig af voordat je de bocht ingaat. In de bocht strek je je buitenste been. Hou daarbij druk op het pedaal voor extra grip. Kijk daarnaast door de bocht heen, naar het punt waar je heen wilt. Dat helpt om de goede kant op te gaan.
Moet je toch nog remmen in de bocht zelf, gebruik dan alleen je achterrem. Remmen met je voorrem is in een bocht namelijk een stuk riskanter. Met name als je te hard remt en je wiel daardoor gaat slippen.
Focus minder op de snelheid en let juist goed op je techniek. De snelheid komt vanzelf wel in de loop van de tijd.
Pas je snelheid aan
Wanneer je voor het eerst op een racefiets zit, dan kan je het gevoel bekruipen dat je ook hard moet fietsen. Dat hoort toch immers zo op een racefiets?
Probeer dat gevoel vooral te onderdrukken, zelfs al wordt je onderweg ingehaald. Je hebt er niks aan om jezelf meteen buiten adem te fietsen. Ontspan dus, en raak rustig gewend aan je fiets, terwijl je ook nog geniet van wat je aan het doen bent. Die gemiddelde snelheid schroef je vanzelf wel op in de loop van de tijd.
Keep it fun!
Maak er niet meteen een slijtageslag van, en hou je rondje kort. Wielrennen vraagt de eerste keren veel van je concentratie, en ook moet je lichaam nog gewend raken aan heel veel zaken. Die extreme houding is even wennen, net als dat smalle zadel en dat bijzondere stuur. Je doet het goed als je eigenlijk nog verder had kunnen en willen fietsen.
Na het fietsen is het natuurlijk tijd om goed te herstellen, maar plan wel meteen je volgende ritje. Vooral in het begin zul je merken dat je veel progressie maakt, zolang je regelmatig blijft fietsen. En zolang je het leuk houdt, dan zal het je aan motivatie niet ontbreken.
Foto: Pavel Danilyuk