Wanneer je de profs over de kasseistroken van Parijs-Roubaix ziet dokkeren, dan zou je haast geloven dat het zo moeilijk nog niet is. Maar dat die vlieger niet opgaat, heb je vast ook al eens ervaren. Rijden over kasseien is stoempen en afzien. Wat niet wegneemt dat je er ook de nodige lol in kunt hebben, als je het goed doet.
Om eens flink gas te geven op de kasseien hoef je trouwens niet per se naar België of het noorden van Frankrijk. Zelfs in ons eigen land zijn nog aardig wat keienwegen bewaard gebleven. Al is het wel even speuren om ze in eerste instantie te vinden.
Zin om eens te ervaren wat het is? Dan kun je vooral in Brabant en in Drenthe nog stevig losgaan op de keien. Wil je weten waar al die stroken liggen, dan is deze kaart van #joostfietst erg handig.
Waarom is het dat een wielrenner zo graag over een stuk gereden weg met bonkige keien rijdt, denk je misschien. Omdat het een uitdaging is natuurlijk, en een ervaring die je niet snel vergeet. Maar genieten van een stukje dokkeren over de stenen doe je natuurlijk alleen maar als het goed gaat. Als je er überhaupt al van kunt genieten…
Heb jij binnenkort een rondje of een toertocht gepland staan over de keien? Met deze tips zal dat dan een stuk gemakkelijker gaan.
Schakel groot en voer je snelheid op
Intuïtief heb je misschien wel de neiging om gas terug te nemen als je voor het eerst over een kasseistrook stuitert. Toch zul je bij een hogere snelheid wat gemakkelijker over de stenen glijden. Waarbij je natuurlijk niet compleet in het rood moet gaan, want dat zul je niet lang volhouden.
Daar staat tegenover dat een kasseistrook nooit zo heel lang is, waardoor je meestal na enkele minuten weer even op adem kunt komen.
Wat zwaarder schakelen helpt ook. Daarmee hou je meer druk op het achterwiel, waardoor je meer grip houdt. Daarnaast zorgt de druk op je pedalen ervoor dat je rug minder dreunen krijgt.
Kies het beste deel van de weg
Een kasseienstrook ligt er meestal al eeuwen, en dat is te zien aan de staat van de weg. Tractors en andere voertuigen hebben hun sporen achtergelaten, waardoor de weg meestal een w-vorm heeft gekregen.
Aan de zijkanten, of precies op het midden van de kasseistrook ben je meestal het beste af. Aan de zijkanten moet je daarentegen vaak wel oppassen voor de modder. Als je geluk hebt dan ligt er een gootje, waardoor je een klein beetje vals kunt spelen.
In de meeste gevallen rij je in het midden van de weg nog het meest optimaal. Al kan het mos en gras wat daar soms groeit ook weer voor gladheid zorgen.
Schuif naar achteren op je zadel
Ook is het slim om zo ver mogelijk naar achteren te schuiven op je zadel. Op die manier verplaats je je gewicht zoveel mogelijk naar je achterwiel. Dit geeft je meer grip, en dus meer controle. En dat is geen overbodige luxe op de kasseien.
Plaats je handen op het stuur
Met al dat gedreun leun je beter niet te zwaar op je stuur. Met je handen boven op het stuur zul je nog het meeste comfort ervaren, voor zover je daar bij het rijden over kasseien überhaupt van kunt spreken…
Rij je liever met de handen in de beugels om tegen de wind in te boren, dan kan dat natuurlijk ook, maar het is net wat minder comfortabel.
Maak gebruik van je momentum
Ook bij het fietsen over kasseien draait het om het behouden van je snelheid. Zoek daarom zoveel als mogelijk de ideale lijn en rem zo min mogelijk. Zonder risico’s te nemen natuurlijk. Als de weg wat schuin ligt in een bocht, dan kun je daar gebruik van maken, net als in een kombocht.
Wat verder vooruitkijken helpt bij het vinden van je ideale lijn.
Gebruik je armen als schokdempers
Fietsen over de kasseien is allesbehalve relaxed. Toch moet je om die reden het stuur niet te krampachtig gaan vasthouden. Je armen zijn namelijk je belangrijkste schokdempers. Ontspan dus zo goed als dat gaat en voorkom dat je met gestrekte armen fietst.
Is dat alles? Wel als het op je techniek aankomt, maar natuurlijk helpt een goede voorbereiding ook. Zeker wanneer je meer dan één of twee stroken hebt gepland, en je bijvoorbeeld een toerversie gaat rijden van Parijs-Roubaix, of de Ronde van Drenthe.
Als je het goed doet, dan ga je natuurlijk all the way, net als een prof. Deze maatregelen kun je dan nog treffen voordat je vertrekt.
Gebruik bredere banden
Bredere banden geven je meer comfort én meer grip. Het is dus niet zo gek dat de profs tegenwoordig al met banden van 30 millimeter rijden in een klassieker als Parijs-Roubaix. Zelf kies je daarom ook beter voor een bandbreedte van 28 of 30 millimeter. Alleen moet je wel even goed checken of die maat ook in je frame past.
Verlaag je bandendruk
Ook het verlagen van je bandendruk helpt een klein beetje bij het absorberen van de schokken. Hoeveel lucht je uit de banden haalt hangt niet alleen af van de breedte van je band, maar ook van je eigen gewicht.
Overdrijf het in ieder geval niet. Met een te zachte band is lek rijden (door een stootlek) juist weer een risico.
Breng een extra stuurlint aan
Tijdens een serieus dagje kasseien vreten draait het allemaal om de details. En een extra stuurlint bovenop je normale stuurlint kan dan net weer een klein verschil maken voor je handen.
Tape je handen
Wil je de kasseien echt als een prof te lijf gaan, dan tape je uiteraard ook je handen in. Met name de palm van je handen en je duimen krijgen het zwaar te verduren, met misschien wel de nodige blaren als resultaat. Met wat tape voorkom je dat niet helemaal, maar helpen doet het wel.
Overweeg chamois crème
Een open deur natuurlijk, maar ook voor je zitvlak is al dat gebonk over die kasseien geen feestje. Zeker wanneer de ene na de andere strook volgt. Wat chamois crème smeren – ook wel broekvet genoemd – zorgt dan letterlijk voor wat verzachting.
Overdrijf de hoeveelheid chamois crème die je aanbrengt trouwens niet. Want anders glij je letterlijk je zadel af.
Check je bidonhouders
Tot slot wil je natuurlijk niet dat je al na twintig meter moet stoppen om je bidons op te rapen. Klemmen je bidophouders niet voldoende, dan is het aan te raden om ze van te voren te vervangen voor een ander paar. Er zijn speciale bidonhouders met een extra stevige grip, zoals deze.
Hoe leuk het fietsen over kasseien is, daarover verschillen de meningen behoorlijk. Toch is de kans groot dat je de verleiding niet kunt weerstaan, zodra je eenmaal een kasseistrook in het vizier hebt. En waarschijnlijk moet je wielrenner zijn om dat te begrijpen…
Foto bij intro: Simon Connellan