Een stootlek voorkom je op deze manieren

Een stootlek voorkom je op deze manieren

Iedere lekke band is er een te veel, en dus zit je ook niet op een stootlek te wachten. Nog nooit van een stootlek gehoord? Met deze tips kun je er wellicht eentje voorkomen. 

Mocht je nog nooit van een stootlek gehoord hebben, dan kun je je vast wel wat voorstellen bij het begrip. Een stootlek ontstaat doorgaans wanneer je hard tegen een opstaande rand aanrijdt. Een stoeprandje, een steen, een gat in de weg of een scheefliggende betonplaat bijvoorbeeld.

De binnenband raakt in dat geval geplet tussen de velg en de buitenband. Met als resultaat twee sneetjes in de binnenband, veroorzaakt door de randen van de velg. 

De Engelsen hebben het dan vaak over een snakebite, en dat is dan ook precies zoals het eruit ziet. 

Een stootlek herkennen is dus niet zo moeilijk. Maar hoe voorkom je het? Door de weg goed in de gaten te houden natuurlijk, maar er zijn nog meer manieren.

Pomp je banden goed op 

Je banden goed oppompen (tot de juiste bandenspanning) helpt al een heel stuk als je een stootlek wilt voorkomen. 

Check dus altijd de bandenspanning, voor je vertrekt. Sowieso fietst dat een heel stuk fijner, nog los van dat je er een lekke band mee kunt besparen.

De maximale bandenspanning staat vaak aangegeven op een fietsband. Daarnaast dien je zelf ook te ervaren wat je prettig vindt. Met te harde banden stuiter je alle kanten op, en met te zachte banden neemt de rolweerstand juist toe.

Ga voor bredere banden

Met wat bredere fietsbanden kun je ook wat eenvoudiger een stootlek voorkomen. Wat bredere banden kunnen de klap wat beter opvangen namelijk, omdat er nou eenmaal meer lucht is die als buffer dient. 

Banden met een breedte van 25 millimeter zijn tegenwoordig de standaard op een racefiets, en veel fietsers gaan zelfs al wat breder. Kies je voor bredere fietsbanden, check dan wel even of deze in je fiets passen.

Tubeless gaan

Met tubeless banden verklein je de kans op een stootlek ook een heel stuk. Het voordeel van tubeless is namelijk dat je dan geen binnenband meer hebt die beknelt kan raken. 

Tubeless banden zijn in plaats daarvan gevuld met een afdichtmiddel. Zodra je dan lekrijdt, dan vult het gaatje zich met dat afdichtmiddel. Lekrijden kan dus nog steeds met een tubeless band, maar vaak kun je gewoon doorrijden. En een stootlek is bijna uitgesloten.

Anticiperen

Het klinkt flauw misschien, maar vaak is een stootlek ook te voorkomen door goed op te letten. Zie je een gevaar aankomen – zoals een opstaand randje – dan kun je daar gelukkig vaak omheen rijden. Of nog vaart minderen. 

Zie je een obstakel of gat dat niet meer is te vermijden? Stop dan met trappen, en kom uit je zadel. Op die manier verdeel je het gewicht beter over je fiets en is impact op je achterband wat minder groot.

Ben je een ervaren fietser, dan kun je ook nog een ‘bunny-hop’ doen. Oftewel een sprongetje maken met je fiets. Maar dan moet je timing wel precies in orde zijn. Is die niet in orde, dan kun je het juist veel erger maken…

Heb je een stootlek, dan heb je uiteraard de optie om je binnenband te plakken. Maar aangezien je altijd met twee sneetjes zit, is zo’n lek wel wat complexer. Kiezen voor een nieuwe binnenband is dus niet zo’n verkeerd idee. Als je die (nog) bij je hebt natuurlijk. 

Foto’s: Unsplash