De 7 slechtste trainingstips die je als wielrenner kunt krijgen

De 7 slechtste trainingstips die je als wielrenner kunt krijgen

Hoor je een van deze trainingsadviezen voorbijkomen? Vergeet dan zo snel mogelijk wat je zojuist gehoord hebt…

Een betere wielrenner wordt je er niet van namelijk, en meer genieten van je rondjes op de fiets doe je ook al niet. 

‘Fiets altijd zo hard mogelijk’

‘Alleen wanneer je voluit gaat, dan word je beter toch?’ Nou, niet helemaal waar… Ook die rustige trainingen heb je juist nodig. Om te herstellen uiteraard, maar ook om je duurvermogen te trainen. En om écht te kunnen pieken op andere momenten. Wil je een betere wielrenner worden, dan is afwisselen en luisteren naar je lichaam dus belangrijk.

‘Negeer de pijn’

Een slecht idee natuurlijk, vooral als het om een beginnende blessure gaat. Negeer je die pijn, dan is de kans groot dat je nog meer schade aanricht. Met misschien wel een chronische blessure tot gevolg. 

Luister dus goed naar je lichaam zodra je meer voelt dan alleen wat spierpijn. En wees zo verstandig om te stoppen als het echt niet meer gaat, hoe moeilijk dat vaak ook is.

‘Schakel nooit terug’

Ja, als wielrenner wil je vaart houden. Of ‘momentum’ zoals dat met een mooi woord heet. Maar je fietsbeweging moet wel efficiënt zijn, en je knieën wil je wel heel houden. Schakel dus terug als het nodig is, en pas je snelheid aan. Dat scheelt je een hoop gehark, en je rijdt ook nog veel zuiniger.

‘Train zoals een prof’

Profwielrenners weten natuurlijk exact wat nodig is om effectief te trainen. Maar dat betekent niet dat je ze blindelings moet kopiëren en bijvoorbeeld ook twintig uur per week moet gaan fietsen. Jezelf vergelijken met iemand die al jaren traint en zich alleen maar focust op het fietsen, is vragen om problemen.

Onthou dus de adviezen die nuttig zijn voor je, en laat je vooral inspireren.

‘Skip rustdagen’

Ja, ‘rust roest’ is het oude gezegde. Maar die wijsheid is vooral bedoeld voor mensen die nooit in beweging komen. Rust (tussen trainingen) is juist essentieel als je sterker wilt worden. Neem dus die rustdag als je er aan toe bent, en doe dat zo vaak als nodig is. ‘Less is more’is wat dat betreft een beter gezegde.

‘Hoe lichter hoe beter’

Ja het is waar. Wanneer je wat lichter bent, dan ben je op de fiets vaak sneller, vooral wanneer de weg omhoog gaat. Wat afvallen is dus prima als je vindt dat je wat kilo’s kwijt moet. Maar neem dan je tijd en overdrijf het vooral niet. Anders komt er als snel een punt namelijk dat je niet meer zo hard gaat. Omdat je lichaam geen energie meer heeft, en niet meer goed herstelt. 

‘Stop maar op jouw leeftijd’

Ja, je bent misschien (veel) te oud om nog een carrière als prof na te jagen. Maar laat je vooral niet aanpraten dat wielrennen niks is voor iemand van jouw leeftijd. Het advies komt waarschijnlijk van mensen die zelf niet sporten, en die daardoor geen enkel idee hebben waar ze over praten.  

Geniet van jouw sport zolang dat gaat, hoe oud je ook bent. Deze wielrenner van 90 geeft het goede voorbeeld. 

Foto’s: Markus Spiske (Unsplash) en In de Kopgroep