Heeft iemand jou wel eens herkent als wielrenner, gewoon terwijl je relaxed over straat liep? Het zou zo maar eens kunnen als jouw hobby ook een beetje uit de hand is gelopen.
Misschien had je er nog geen erg in, maar je bent als wielrenner herkenbaarder dan je denkt. Vooral als je doorgaans flink wat uurtjes op de fiets zit. Dan zou het zomaar eens kunnen namelijk dat je erg goed aan de volgende beschrijving voldoet.
Witte bovenarmen
Echt een mooi gezicht is het natuurlijk niet. Maar zeer waarschijnlijk ben je al zo gewend aan je witte bovenarmen, dat je er nauwelijks nog over nadenkt. Het zorgt ervoor dat je als het ware nog een t-shirt aanhebt, wanneer je die net hebt uitgetrokken.
Hoe goed je ook je best doet trouwens om bij te kleuren, het is een onbegonnen zaak. Tenzij je natuurlijk in je hemd op de fiets gaat zitten. Je kunt er maar beter trots zijn op dus. Het onderstreept dat jij al heel wat kilometers hebt gemaakt.
Een lichaam dat een beetje uit verhouding is
Voor wielrenners is het iedere keer ‘benendag’. Oftewel, jouw beenspieren komen geen training te kort. En dat is waarschijnlijk ook te zien aan de vorm van je benen.
Helaas zijn de verhoudingen vaak wel wat scheef. Je onderstel mag dan imposant zijn, vaak staat dat in schril contrast met je bovenlichaam. Dat deel kan zichtbaar nog wel wat training gebruiken.
Het maakt je helemaal een wielrenner natuurlijk. Laat ze maar lachen om die spaghetti-armpjes. Jij antwoord wel met je benen.
De grootste eter zijn
Dingen die jij vaak roept zijn: ‘wou iemand dit nog opeten?’ en ‘zonde om weg te gooien’. Dat wil niet per se zeggen natuurlijk dat je een veelvraat bent. Of dat er een vijfkoppige lintworm bezit heeft genomen van jouw maag- en darmstelsel. Je fietst gewoon veel, en wie veel fietst, die verbrandt ontzettend veel calorieën.
Geniet ervan, want anderen zijn er terecht een beetje jaloers op. En laat ze vooral maar onder de indruk zijn van jouw eetcapaciteiten.
Iets te hard fietsen op je stadsfiets
Het is de macht der gewoonte waarschijnlijk, maar rustig fietsen is iets waar jij heel slecht in bent. Zelfs wanneer je naar de supermarkt fietst, of op weg bent naar het café. In iedere streep op de weg zie jij een denkbeeldige finishlijn. En zo pak je toch weer wat extra training toch? Ook al is het op je stadsbrikkie.
Kuiten hebben waar ze in de sportschool jaloers op zijn
Staan mensen in de zomer wel eens te staren naar je onderbenen? Wees dan gerust, het zijn niet je sokken, het is ‘gewoon’ de vorm van je kuiten. Die zijn dan ook van abnormale proporties. Voor niet-fietsers dan. Zelfs de gemiddelde fitnessfanaat is er stiekem een beetje jaloers op. Eigen schuld natuurlijk. Had hij of zij ook maar wat vaker een benendag moeten plannen.
Té aero op je omafiets zitten
Ellebogen naar binnen, neus plat op het stuur… Dat het je veel te zware, hippe transport- of omafiets is maakt niet uit. Eens een wielrenner, altijd een wielrenner, en onnodig energie verspillen als het waait is ook zo wat. Je maakt nog net geen handgebaartjes om andere fietsers voor tegenliggers te waarschuwen…
Té bruine benen
Mensen met bruine benen zijn er meer natuurlijk. Vakantiegangers op de costa’s bijvoorbeeld, en zonaanbidders die niet uit hun tuin zijn weg te slaan. Maar jij voegt daar als wielrenner een extra element aan toe, en dat is het lijntje van je fietsbroek. Dat ziet iedereen uiteraard wanneer je een korte broek draagt. Daarboven is het akelig wit, en aan het einde van de zomer kan het contrast niet groter zijn.
Ook nu geldt weer: je kunt er maar beter trots op zijn. Want heel wat uurtjes op de fiets zijn eraan vooraf gegaan.
Foto: Roman Joe