Hoe een wielrenner aan z’n gespierde benen komt? Natuurlijk door heel veel te fietsen. Maar stiekem komt daar in sommige gevallen ook heel wat krachttraining aan te pas.
De eerste vraag is natuurlijk: waar denk je aan bij een imposant stel benen? De benen van een wegwielrenner, of een baanwielrenner? Zowel het een als het ander is mogelijk, al vormt een baanwielrenner doorgaans wel de overtreffende trap qua fysiek.
Beide wielrenners trainen dan ook heel anders, en hun kwaliteiten liggen ook ver uiteen. Waar de een wedstrijden fietst van wel 200 kilometer of meer, met flink wat hoogtemeters, daar moet de ander het hebben van korte, felle krachtsexplosies over een vlakke baan.
Om zo sterk te worden staan baanwielrenners trouwens ook aardig wat uurtjes in de sportschool, trainend met zware gewichten. Vooral basisoefeningen waarmee je de grote spiergroepen traint zijn populair. Denk aan squats, leg presses en deadlifts.
Ook wegwielrenner van het hoogste niveau komen wel eens in een sportschool, maar veel minder. En als een wegwielrenner daar al komt dan is het vaak om aan zijn core stability te werken.
Ondertussen fietst een wegwielrenner wel zo’n 20 tot 30 uur per week. Wat neerkomt op zo’n 1.000 uur per jaar, oftewel zo’n 30.000 kilometer op jaarbasis, gemiddeld genomen. En uiteraard heeft dat ook z’n effect.
Met name de quadriceps (de ‘druppel’, voor op je been) en hamstrings hebben bij een wielrenner aardig wat groeipotentie. Maar die groei blijft natuurlijk beperkt zolang je alleen maar fietst, en de weerstand niet verder oploopt.
Onderschat tenslotte ook niet wat het effect is van een geschoren stel benen die heel wat zon zien, en een laag vetpercentage, kenmerkend voor een wielrenners die dertig uur per week op hun fiets zitten. Ook dat maakt dat de benen van een wielrenner er extra imposant uitzien.
Krijg je van wielrennen dus gespierde benen? Absoluut. En daar hoef je zelfs geen 30 uur per week voor te fietsen. Zelfs wanneer je ‘maar’ een paar keer per week fietst, dan kun je na enkele maanden een subtiele transformatie opmerken bij jezelf.
Niet alleen in de spiegel trouwens, ook op de fiets zul je merken dat je aan kracht hebt gewonnen.
Uiteraard helpt het wel om realistisch te blijven over de uitkomst. Echt indrukwekkende benen van staal kweek je vooral in de sportschool, omdat je daar met veel meer weerstand kunt trainen. Daar kan geen sprintje tegenop. Al helpen die wel een beetje natuurlijk, als je ze vaak doet…
Een tegenvaller misschien als je hoopte met fietsen een monsterlijk stel benen te kweken. Maar wellicht ook een geruststelling, als je graag nog in je spijkerbroeken past.