6 herkenbare gedachten tijdens een monstertocht

6 herkenbare gedachten tijdens een monstertocht

Wel eens een bizar lange tocht gefietst, omdat je toe was aan een uitdaging? Grote kans dat er dan een aantal niet te onderdrukken gedachten bij je te binnen schoten ergens halverwege zo’n monstertocht.

Bijna iedere wielrenner die jaarlijks flink wat kilometers aflegt, voelt af en toe de drang om zichzelf op extreme wijze uit te dagen. Bijvoorbeeld door een hele dag te gaan fietsen. Logisch, want een challenge op zijn tijd is heerlijk om je in vast te bijten.

Aan de moraal ligt het dus niet, wanneer je aan zo’n monstertocht begint. Maar hoe gemotiveerd je ook bent, je weet van te voren: op een zeker moment gaat het kraken en piepen. En nee, dan gaat het niet over je ketting of je frame. 

Het lichaam begint zachtjes te protesteren, en het zadel zit niet meer zo formidabel als in het begin. Je ogen glijden steeds wat vaker naar de kilometerteller voor op je stuur. De vermoeidheid slaat bovendien ook toe in je hoofd en je gedachten beginnen af te vlakken. 

Nou ja, niet alle gedachten, want het volgende borrelt waarschijnlijk op in je hoofd…

Dit is wel een beetje gekkenwerk…

Het plan ontstond waarschijnlijk terwijl je behaaglijk thuis op de bank zat, misschien wel geïnspireerd door een YouTube-filmpje, of door het verhaal van een vriend. Maar nu je al tig uur op de fiets zit ervaar je de harde werkelijkheid. Je kan er niks aan doen, maar vraagt je een beetje af waar je aan begonnen bent…

Wat ga ik straks bij thuiskomst allemaal eten…

Ondanks alle reepjes, gelletjes, koekjes en drankjes fantaseer je al over al het heerlijks wat je straks gaat verorberen als je eenmaal de fiets tegen de muur hebt gezet. Je dagdroomt over grote borden pasta, patat en driegangen-maaltijden met heel veel calorieën.

Ik raak straks twee weken m’n fiets niet aan

Het is wat vreemd, maar ineens heb je een gevoel dat je zelden voelt. Je begint de fiets een heel klein beetje zat te raken. Of misschien is dat wat overdreven, maar het echte genieten is er wel af, en je vraagt je af of dat de komende weken nog goed gaat komen. Het kon wel eens zijn dat je de fiets hierna voorlopig een tijdje laat staan. (Wat natuurlijk niet zo is.) 

Ben ik hier de enige die moe is?

Je hebt het geluk dat je niet alleen op pad bent gegaan. Daardoor gaat de tijd een stuk sneller, en kun je af en toe schuilen in iemands wiel. Da’s fijn!

Daar maak je dus maar wat graag gebruik van. Zeker wanneer een van je fietsmaten nog maar weer eens aanzet, wat jou spontaan de kramp oplevert tot achter je oren. Waar de rest nog ‘grinta’ vertoont, ebt bij jou de kracht alsmaar verder weg… Wat jou doet afvragen: ben ik als enige zo moe?

Ik zou m’n rondje natuurlijk kunnen inkorten…

Je kent de omgeving een klein beetje, en weet: hier linksaf is de kortste weg naar huis. Het is een verleidelijk idee, en je probeert hem snel te verbannen. Je zou jezelf niet in de spiegel durfen te bekijken… En toch, de gedachte prikkelt.

Yes, hoppa. Die is in the pocket

Yes, de trots en blijdschap wint het uiteindelijk van de uitputting en de spierpijn. Nog een kilometer, en dan is je monstertocht volbracht. Op het tandvlees een beetje, maar wat zal dat biertje goed smaken straks, wanneer je gedoucht en wel terugkijkt op dit avontuur. 

De spierpijn ben je morgen nog niet vergeten, maar geef het een paar maandjes en het begint vanzelf weer te kriebelen…

Foto: Angel Santos / Unsplash