Als wielrenner zul je gelukkig zelden vallen buiten wedstrijden. Maar ook tijdens een ontspannen ritje zijn er situaties waarbij je alert moet zijn, om een schuiver te voorkomen.
Ook al gebeurt het weinig, dat je vroeg of laat eens een keertje onderuit gaat met je fiets is bijna niet te vermijden. Het overkomt ons allemaal, en gelukkig loopt het meestal goed af.
Bovendien kun je de kans dat je valt nog verder verkleinen, wanneer je in sommige situaties extra alert bent. Vaak heeft een valpartij namelijk een duidelijke oorzaak.
Een goede zaak dus om eens te kijken wat de potentiële gevaren zijn op de weg, zodat je een uitglijder in de toekomst nog beter kunt voorkomen.
Steentjes
Vooral in een bocht moet je oppassen als er steentjes op de weg liggen. En helaas liggen ze meestal juist daar, wanneer auto’s en andere voertuigen iets te vaak de bocht hebben afgesneden. Die steentjes kunnen er gemakkelijk voor zorgen dat je de grip verliest en gaat glijden. Zeker wanneer je op normale snelheid door de bocht gaat.
Zie je steentjes liggen in een bocht, waarschuw dan altijd als je met meerder mensen bent. De persoon die in jouw wiel rijdt heeft meestal minder oog voor de weg namelijk.
Gladde keitjes
Als wielrenner ben je natuurlijk gek van kasseien. Om zelf over te rijden, en anders wel om te aanschouwen in een wedstrijd als Parijs-Roubaix. Spektakel verzekerd en het heeft iets heroïsch.
Toch vormen juist die hobbelige paden niet het grootste gevaar, aangezien je daar automatisch op je hoede bent.
Het zijn juist die keurig aangelegde wegen met keien – vaak midden in de stad – waar je extra alert moet zijn. Ze zijn vaak geplaveid met kinderkopjes of andere gladde stenen, en het is zo gemakkelijk om ze te onderschatten.
Vooral bij vochtig weer raken die steentjes spiegelglad namelijk, waardoor je maar een beetje scheef hoeft te hangen om een uitglijder te maken. Zelfs bij een lage snelheid. Opgepast dus als je weer eens door een prachtig oud straatje rijdt bij regenachtig weer. Blijf zo recht mogelijk en raak zo min mogelijk je rem aan.
Olie
In de meeste gevallen zul je een gevaar op de weg gelukkig vrij snel signaleren, maar voor olie is dat helaas een ander verhaal. Tenzij er echt een overdaad van het glimmende goedje op de weg ligt.
Zie je zo’n typisch plasje in regenboogkleuren, waarschuw dan altijd je medefietsers. En doe dat vooral wanneer je de olie in een bocht aantreft.
Modder
Vooral de glibberige, verse modder die een tractor soms achterlaat zul je vaak aantreffen als je veel fietst. Gelukkig gaat er niet zoveel mis zolang je in die gevallen rechtdoor fietst. De modder waar je extra op moet letten is juist subtieler aanwezig. Aan de rand van een grote plas water bijvoorbeeld, of in de buurt van een berm.
Wees vooral voorzichtig als je om een plas heen wilt fietsen. Vaak fiets je dan nog net door de drab namelijk die soms op het randje ligt, terwijl je zelf scheef hangt met je fiets. Beter fiets je in die gevallen rechtdoor dus, of wijk je eerder uit voor de plas.
Regen
Tot slot doe je er ook goed aan om op te passen tijdens regenachtig weer, al spreekt dat waarschijnlijk voor zich. Het is niet alleen de regen zelf trouwens die je minder grip geeft op de weg, maar juist ook het vuil dat meespoelt met het regenwater.
Daarnaast moet je extra op je hoede zijn als het heel lang droog is geweest. Wanneer het dan zachtjes regent, dan ontstaan er vaak een dun slijmerig laagje op de weg, bestaande uit vuil, rubber en olie. In Nederland maak je dat niet zo vaak mee, maar juist in warmere landen zoals Spanje is het een heel bekend fenomeen.
Maak je zo’n situatie mee, rem dan met beleid, en neem wat meer afstand tot je medefietsers. En wees uiteraard behoedzaam in bochten.
Regent het hard? Dan zul je er juist minder last van hebben, aangezien het vuil dan veel sneller wegspoelt.
Hoe voorzichtig je ook bent, soms is een val met de fiets helaas niet te voorkomen. Wat je het beste doet als je toch bent gevallen, lees je in dit artikel.
Foto’s: Unsplash
