Binnen trainen is soms een uitkomst, en dan met name in de winter. Maar waarom voelt het vaak zwaarder dan buiten fietsen?
Heel veel wielrenners trainen zowel buiten als binnen, gedurende het seizoen. En dat is slim bekeken natuurlijk. Want buiten fietsen is vaak heerlijk, maar soms is het praktischer om binnen een training te doen. Bijvoorbeeld door de weersomstandigheden, of omdat je wat minder tijd hebt.
Ben jij een wielrenner die buiten en binnen trainen afwisselt? Dan heb je vast ook wel eens gemerkt dat binnen fietsen soms zwaarder aanvoelt. Hier zijn vier oorzaken waardoor je dat gevoel kunt hebben.
1. Warmte
Wie ervaring heeft met binnen fietsen, kent dit probleem: het is binnen vaak veel warmer dan buiten. En dat maakt je inspanning uiteraard ook veel zwaarder. Het is trouwens niet alleen de temperatuur die daarvoor zorgt, maar ook het gebrek aan verkoelende rijwind.
Wat helpt daartegen? Verkoeling uiteraard. Draai de kachel uit, zet een raam of deur open, en/of plaats een ventilator voor zoveel mogelijk verkoeling en wat luchtcirculatie tijdens je training.
2. Minder afleiding
Wie buiten fietst zal merken dat de tijd veel sneller voorbijgaat. Dat komt natuurlijk door de afleiding en afwisseling die je daar ervaart. Dat maakt buiten fietsen voor de meesten ook veel leuker. Maar dat is niet het enige voordeel: je bent buiten ook sneller afgeleid van de inspanning die je doet.
Binnen heb je die afleiding vaak niet, waardoor een inspanning zwaarder aan kan voelen. Fietsen in een virtuele wereld, samen met anderen kan dat natuurlijk wat opheffen.
Andere dingen die helpen: doe een gerichte training met de nodige afwisseling, zet een film op, of draai muziek. Dat laatste kan je ook nog extra motiveren.
3. Geen rustmomentjes
Binnen trainen kenmerkt zich ook door een hele constante inspanning. Je bent constant aan het trappen, in tegenstelling tot buiten. Logisch ook, want er zijn geen afdalingen, er is geen meewind of slipstream, en er zijn geen stoplichten of bochten waarvoor je even inhoudt. Ook hierdoor kan binnen fietsen veel zwaarder voelen.
Je kunt hier natuurlijk rekening mee houden door je tempo iets aan te passen of wat meer te variëren in tempo.
4. Je beweegt minder
Je doet het niet bewust, maar buiten ben je constant in beweging met je bovenlichaam als je fietst. Omdat je stuurt en balans houdt. Niet alleen in bochten, maar ook omdat de fiets beweegt. Hierdoor span je telkens andere spieren aan in je bovenlichaam.
Binnen is het omgekeerde het geval: je zit doorgaans een lange tijd in één houding. Je spant constant dezelfde spieren aan en dat kan er voor zorgen dat je na een tijdje minder comfortabel op je fiets zit.
De fietsbeweging die je buiten ervaart kun je binnen moeilijk nabootsen natuurlijk. Maar je kunt wel regelmatig je handen verplaatsen en af en toe gaan staan (om te sprinten bijvoorbeeld). Zelfs die afwisseling kan al voor zorgen dat je wat minder stijf wordt.
Foto’s: Pexels, Unsplash
