Het is de aloude keuze die je als wielrenner ieder jaar tijdens de herfst en winter weer maakt. Laat je de fiets vaker staan, of ga je fietsen in het donker?
Fiets jij dagelijks naar je werk, dan moet je er in deze tijd van jaar sowieso aan geloven. Maar ook wanneer je de buitenlucht verkiest boven de fietstrainer, dan zul je er niet altijd onderuit kunnen om je rondje te maken na zonsondergang.
Natuurlijk kun je binnen een trainingsprogramma afwerken, of ’s winters een andere sport kiezen om je conditie op peil te houden. Maar wanneer je met wat voorbereiding buiten een training afwerkt op de fiets, dan zal dat je meestal behoorlijk meevallen. Hoe onaantrekkelijk een fietstocht in het duister van te voren ook klinkt.
Met de volgende tips ga je veilig op weg, en geniet je het meest van een fietstocht in het donker.
1. Rij samen
Spreek af met anderen als je de kans hebt. Niet alleen is het gezelliger om samen te fietsen, maar ook sta je er niet alleen voor als één van jullie iets overkomt. Ook ben je minder snel geneigd om er toch vanaf te zien.
2. Fiets een bekende route
Ken je de route, dan is dat in het donker een groot voordeel. Tijdens je vaste rondje ken jij iedere kuil in de weg, alle wegversmallingen en iedere scherpe bocht. Dat is veiliger en het voelt vertrouwd.
3. Fiets een route met veel fietspaden
Bedenk van het voren een route waarbij je zoveel mogelijk over fietspaden rijdt. Dat is misschien niet de mooiste route die je kunt bedenken, maar geeft je wel meer rust en overzicht. Zonder dat je in het donker geen rekening hoeft te houden met passerende auto’s.
4. Kies een lamp waar je veel mee ziet
Natuurlijk moet je ’s nachts goed zichtbaar zijn. Maar minstens net zo belangrijk is dat je zelf ziet waar je fietst. Buiten de bebouwde kom kan het op sommige stukken pikkedonker zijn. Een krachtige lamp die de weg voor je uit gemakkelijk verlicht is dan een noodzaak. Zeker wanneer je met een flink tempo fietst.
5. Laad je lichten volledig op voordat je gaat fietsen
Maak er een routine van om telkens je fietslampen op te laden voor je rit, en om te vertrekken met een volle batterij. Op die manier zul je nooit zonder licht komen te staan, ook als de rit onverwachts wat langer duurt. Bijvoorbeeld omdat je pech hebt, of verkeerd bent gereden.
6. Laad je telefoon volledig op
Wat voor je lamp geldt, dat geldt ook voor je telefoon. In pech- of noodgevallen wil je altijd kunnen bellen. Een bijna lege batterij is dan op zijn minst super vervelend. Bijvoorbeeld wanneer je met serieuze panne langs de kant van de weg staat.
7. Stel je fietslicht goed af
Dat je ’s nachts goed zichtbaar wilt zijn op de fiets spreekt voor zich. Maar andere verkeersdeelnemers verblinden met jouw lamp, dat wil je natuurlijk niet. Stel je fietslamp daarom goed af, waarbij het licht enkele meters voor je uit de weg beschijnt.
8. Val op
Met een goed fietslicht zorg je dat je goed gezien wordt, maar met reflecterende kleding in een opvallende kleur val je extra goed op. Onthou dat je het eigenlijk niet kunt overdrijven.
9. Wees alert
Ook al ken je de route, wanneer je gaat fietsen in het donker dan is het een goede zaak om extra alert te zijn. Er kan een obstakel op de weg liggen en een dier kan plotseling de weg oversteken. Fiets je in een groep dan is het ook nog eens belangrijk om elkaars bewegingen in de gaten te houden.
10. Pas waar nodig je snelheid aan
Op drukke onoverzichtelijke plekken is het raadzaam om je tempo aan te passen.
Daardoor geef je jezelf meer tijd om om je heen te kijken en anderen hebben meer tijd om te anticiperen op jou.
11. Zorg dat je fiets in orde is
Check je fiets voor ieder vertrek. Op pech zit je nooit te wachten, maar in het donker is het dubbel balen wanneer je langs de kant komt te staan. Check ook je banden op slijtage en scheurtjes, en vervang ze tijdig als ze aan vervanging toe zijn.
12. Kies voor een bril met heldere glazen
Uiteraard heb je ’s nachts aan een zonnebril niet zo veel. Maar wissel je deze voor een bril met heldere glazen, dan zijn je ogen wel beschermd tegen de wind, vuil en beestjes. Duurdere racebrillen hebben vaak een systeem waarbij je gemakkelijk de glazen kunt wisselen.
13. Doe je sprints op een goed verlichte weg
Ga je een specifieke training afwerken, een serie sprints bijvoorbeeld, doe dat dan op een rustige en overzichtelijke plek. Kies een plek die bovendien goed verlicht is. En blijf evengoed op je hoede, zolang je op de openbare weg rijdt.
14. Laat iemand weten waar je heengaat
Wanneer je toch alleen op pad gaat, dan is het slim om iemand op de hoogte te stellen van je plannen. Vertel dat je een rondje gaat fietsen en welke route je neemt.
15. En… vergeet uiteraard niet te genieten
Wanneer je weinig ervaring hebt met het fietsen in het donker, dan kan dat in het begin nog best even wennen zijn. Toch zijn de nadelige kanten te overzien, zolang het droog is en niet vriest.
Sterker nog, de nacht heeft ook wat speciaals. Terwijl de rust en stilte zijn teruggekeerd en de meeste mensen op de bank zitten, maak jij mooi je trainingsrondje. Een rit waar je waarschijnlijk van gaat genieten, zodra je eenmaal onderweg bent.
Foto: Unsplash
