Lekker hoor, die zon en zomerse temperaturen. Maar wist je dat je als duursporter meestal veel beter presteert als het wat koeler is?
Niks zo fijn als een zonnetje tijdens het wielrennen, en een temperatuur waarbij je comfortabel rondfietst in ‘kort-kort’. Een graad of twintig, en misschien zelfs nog wat meer, dat is toch heerlijk fietsen?
Als jij net zoals de meeste wielrenners bent, dan zul je het daar helemaal mee eens zijn. Maar wist je dat het helemaal niet zo warm hoeft te zijn, als je goed wilt presteren? Sterker nog: de ideale temperatuur om optimaal te presteren als duursporter ligt aardig wat lager. Dat zegt Yannick De Korte, specialist beweeggedrag van Kenniscentrum Bewegen.
Aan Allesoversport.nl vertelt hij dat de ideale temperatuur voor duurprestaties gemiddeld rond de 10 graden Celsius ligt. Een hogere omgevingstemperatuur zorgt voor een afname van het prestatievermogen bij duursporters.
De Korte benadrukt dat het gaat om een gemiddelde. Wat de ideale temperatuur is hangt namelijk ook af van factoren zoals de luchtvochtigheid, de zonkracht en de (rij)wind. Zo stijgt je lichaamstemperatuur sneller als de zon schijnt, dan wanneer het bewolkt is. En een hoge luchtvochtigheid zorgt ervoor dat zweet minder goed verdampt, waardoor je lichaam minder goed warmte kwijt kan.
Feit is in ieder geval dat zodra je het warm krijgt je lichaam harder moet werken om af te koelen, en dat kost energie. Je prestatie neemt daardoor af.
Misschien denk je nu meteen aan extreme warmte, maar de afname van de prestatie was al meetbaar bij zo’n 14 á 15 graden.

Onderzoek onder topatleten
Om te testen wat de impact is van hoge temperaturen tijdens het sporten, deed De Korte onderzoek bij topsporters die deelnamen aan de Olympische Spelen van Tokyo 2021. Ruim 100 atleten deden hier aan mee.
Hierbij werd sporten in 15 graden en een lage luchtvochtigheid vergeleken met sporten bij meer dan 30 graden, met een luchtvochtigheid van 75 procent. Dat sporters minder presteren bij die hitte, zal je niet verbazen. Maar hoe groot het effect is wellicht wel: het prestatieverlies liep bij deze atleten gemiddeld op tot maar liefst 26 procent.
En hoe zit dat met recreatieve sporters? Nou, daar is het negatieve effect vaak nog groter, volgens verschillende onderzoeken.
Lichaam past zich aan
Gelukkig is er ook een meevaller. Je lichaam kan zich namelijk wel aanpassen aan warme omstandigheden. Waardoor de negatieve impact op je prestatie kleiner is. Gemiddeld duurt dat acclimatiseren zo’n tien tot veertien dagen.
Hierbij past je lichaam zich op heel veel manieren aan. Zo neemt het bloedvolume toe, zodat je meer bloed hebt om de huid te laten koelen, en om je spieren van energie te voorzien. Maar ook je lichaamstemperatuur in rust neemt af, waardoor je een grotere buffer hebt om warmte te verdragen tijdens het sporten. Daarnaast zweet je bijvoorbeeld sneller en meer, waardoor je eerder en gemakkelijker afkoelt.
Maak je dus niet al te druk als het een lange, warme zomer wordt. Je lichaam past zich dan gelukkig ook wat aan.
Foto’s: Unsplash. Bron: Allesoversport.nl







