Wanneer je nog weinig ervaring hebt met het fietsen in een groep, dan kan dat de eerste keren wat intimiderend zijn. Je fietst misschien in een hoger tempo dan je gewoon bent, en ook is het vaak wennen om in het spoor van anderen te rijden.
Gelukkig zijn er een hoop algemene gebruiken die fietsgroepen hanteren, om het voor iedereen zo aangenaam en veilig mogelijk te maken. Dit zijn de belangrijkste negen aandachtspunten.
Kies een wegkapitein
Een wegkapitein is de leider van de groep. Dat mag wat overdreven klinken, maar toch helpt het wanneer één ervaren wielrenner een oogje in het zeil houdt voor iedereen.
Een goede wegkapitein kent de route, de regels van de groep, en durft mensen aan te spreken op hun gedrag. Zijn er nieuwe deelnemers, dan wijst de wegkapitein voorafgaand nog eens de gebruiken en potentiële gevaren uit.
Bepaal van te voren de route
Wanneer je van te voren samen de route bepaalt, dan voorkom je onderweg discussies en verwarring. Bovendien kun je voor aanvang de gevaarlijke stukken benoemen en eventueel de punten waar je op elkaar wacht, na een sprint of klimmetje.
Waarschuw elkaar verbaal en met signalen
Temidden van een groep heb je minder zicht op de weg. Bovendien kun je de neiging hebben om het achterwiel van je voorganger te gaan volgen, in plaats van verder voor je uit te kijken.
Elkaar signalen doorgeven in een groep is dan van het grootste belang. Middels handgebaren laat je weten dat de groep afslaat, of afremt voor een kruispunt. Maar ook wijs je elkaar op gevaarlijke obstakels op de weg.
Ook verbaal is het vaak een noodzaak om elkaar te waarschuwen. Heb je tegenliggers, dan is het gangbaar om ‘tegen’ te roepen. Bij achteropkomend verkeer is ‘achter’ voldoende, Haalt de groep iemand in, dan roep je simpelweg ’voor’.
Hou je lijn en rij op een beheerste wijze
In een groep beweeg je bij voorkeur voorspelbaar en beheerst om onveilige situaties te voorkomen. Jouw onverwachte move kan namelijk een kettingreactie veroorzaken met grote gevolgen.
Het beste kun je twee aan twee achter elkaar fietsen, op gelijke hoogte met de persoon naast je. Haal niet onnodig in, en geef het aan als je je laat afzakken. Door je lijn te houden, voorkom je botsingen en irritatie bij de volgers achter je.
Rij tactvol in iemands spoor
Rij je in een flink tempo in iemands spoor, dan kan dat in het begin best spannend zijn. Een botsing wil je natuurlijk voorkomen, maar je wilt ook geen gat laten vallen.
Een valkuil daarbij is dat je heel geconcentreerd alleen nog maar naar het wiel voor je kijkt, zonder de omgeving nog op te merken. Probeer dat te voorkomen, maar focus juist ook op de signalen die een groep geeft, en let op de verkeerssituatie om je heen.
Vaak weet je dan automatisch wanneer je even wat meer op je hoede moet zijn, waarbij je eventueel ook anderen kan waarschuwen. Zorg bovendien altijd dat je wat ruimte houdt om uit te wijken als dat moet.
Kies een geschikt tempo
Kies van te voren een geschikt tempo voor de hele groep. Behoor je tot de sterkere renners in de groep, dan kun je langere kopbeurten doen. En forceer jezelf omgekeerd niet met kopbeurten als je moeite hebt om het tempo vol te houden.
Vaak huldigt een groep het sociale motto ‘samen uit, samen thuis’. Desondanks is het goed om van te voren een inschatting te maken of je het tempo aankunt. Wees altijd voorbereid om in extreme gevallen je eigen plan te kunnen trekken en de groep te laten gaan.
Communiceer wanneer je van kop af gaat
Ga je van kop af? Sein dan eerst de persoon naast je in. Vervolgens sturen jullie beiden naar buiten als dat veilig is. Laat je vervolgens rustig afzakken aan de buitenzijde van de groep, en pik achteraan weer in.
Spreek enkele punten af waar je voluit mag
Als wielrenner ben je natuurlijk competitief. Af en toe is het heerlijk om even voluit te kunnen gaan, op punten waar het veilig en overzichtelijk is. Spreek je deze plekken van te voren af, overleg dan ook waar je op elkaar wacht om te hergroeperen.
Behoud in alle gevallen je eigen verantwoordelijkheid
Blijf je altijd verantwoordelijk voelen voor de veiligheid van jezelf en anderen. Ook al is er een wegkapitein. Ook bij pech moet je jezelf in principe kunnen redden, ook al sta je er natuurlijk niet alleen voor.
Foto: Unsplash
