Wat is een goed tempo als je gaat wielrennen? Dat hangt uiteraard af van verschillende factoren, zoals je niveau en wat je doelen zijn. En daardoor fietst de ene wielrenner harder dan de ander. Helemaal prima natuurlijk… Maar hoe hard is dat dan?
Wat je al lang wist natuurlijk: wielrenners heb je in alle soorten en maten. Van de wielertoerist die iedere zondag een ontspannen koffierondje doet tot aan de prof die altijd strijdt voor de winst en die traint, traint en nog eens traint.
In cijfers uitgedrukt betekent dat dat sommige wielrenners zo’n 25 km per uur fietsen, en anderen wel 45 km per uur. Of nog wat harder.
En mocht je nou denken, wat is een goed tempo voor mij? Dan is het antwoord uiteraard: het tempo waar jij je goed bij voelt, en dat past bij je doelen.
Meer snelheid komt vanzelf als je conditie vooruitgaat en daarnaast zul je soms zin hebben om hard te fietsen, en soms juist heel rustig. En beide is uiteraard prima.
Wat je ook doet, staar je in ieder geval niet blind op die gemiddelde snelheid. Hard fietsen is leuk, maar het moet niet ten koste gaan van je plezier. Let dus niet te veel op anderen en focus juist op je eigen progressie.
Dat gezegd hebbende zijn er natuurlijk wel gemiddelden die veel voorkomen. Hier zijn er een aantal, zodat je een indicatie hebt:
(Beginnende) recreanten: 25 tot 29 km per uur
Veel recreanten die enkele keren per maand een rondje wielrennen, doen dat ongeveer in dit tempo. Ook als je net begint met wielrennen, dan is dit een veelvoorkomende snelheid.
Natuurlijk zijn er ook beginnende wielrenners die meteen een stukje harder gaan. Als je een ervaren hardloper bent bijvoorbeeld met een uitstekende conditie, dan kan je gemiddelde snelheid meteen al wat hoger liggen.
Goed getrainde renners: > 30 km per uur
Ben jij iemand die enkele keren per week fietst, dan is de kans groot dat je dat gemiddeld in deze snelheid doet. Het is een gemiddelde uiteraard, want ook als ervaren renner zul je hele rustige ritjes maken. Tenzij je de drang voelt om altijd hard te fietsen…
Maar wanneer je zoveel fietst, dan zullen je conditie en je gemiddelde snelheid automatisch toenemen.
Tijdens wedstrijden: > 40 km per uur
Doe je mee aan wedstrijden, dan ligt de gemiddelde snelheid normaal gesproken boven de 40 km per uur. Bij de profs, maar ook op amateurniveau. Het enige verschil: de profs kunnen er nog een schepje bovenop doen als het nodig is en op korte stukken flink aanzetten.
Alleen of in een groep
Wat tenslotte ook erg bepalend is voor je snelheid, is of je in een groep(je) fietst, of helemaal alleen. In het wiel van anderen kun je namelijk heel veel energie besparen, omdat je veel minder last hebt van luchtweerstand. En fiets je om de beurt op kop, dan kun je tussendoor ook nog beter uitrusten. Het resultaat is dat je met een groep vaak enkele kilometers harder fietst.
De genoemde snelheden gelden in principe op de weg. Ga je gravelen bijvoorbeeld, dan zal je snelheid wat afnemen doordat een onverharde ondergrond meer weerstand geeft. En ook kies je daar vaker voor wat dikkere banden. Ook die zorgen voor wat extra weerstand.
Zoals gezegd is je gemiddelde snelheid niet iets om je blind op te staren. Maar een leuke indicatie van hoe het gaat met wielrennen is het wel. Maar laat je er vooral niet te veel door leiden. Uiteindelijk gaat het om de beleving, en niet om de getalletjes.
Foto’s: Unsplash
