Afdalen zou je bijna een gave noemen, wanneer je renners als Nibali of Alaphilippe in volle vaart de berg af ziet suizen. Toch is afdalen vooral een vaardigheid waar je alsmaar in kunt verbeteren, door het vaak te doen. Hanteer je daarbij ook nog eens de juiste daaltechniek, dan zul je zien dat je zelfvertrouwen met grote sprongen vooruitgaat.
In een land dat zo plat is als een dubbeltje, op enkele heuvels na, is het niet zo verwonderlijk dat je weinig oefent op je daalkunsten. Dat het afdalen daarom misschien geen tweede natuur voor je is, is daarom ook niet zo gek.
Ontspannen is de truc wanneer je een berg affietst, maar dat zul je ook zelf wel eens hebben ervaren. Angst doet juist het omgekeerde met je. Je spieren verkrampen en dat gaat ten koste van je techniek.
Ontspannen dus, daar gaat het om. Gemakkelijker gezegd dan gedaan zul je denken. Zeker als je van te voren al niet zo’n zin hebt in de weg naar beneden. Gelukkig stijgt je zelfvertrouwen snel wanneer je let op een aantal specifieke zaken. De belangrijkste tips, die lees je in dit artikel.
Kijk verder voor je uit
Richt je blik verder vooruit en scan de weg af, in plaats van vlak voor je te kijken. Op die manier kun je gemakkelijker anticiperen op iedere bocht. Ook heb je sneller zicht op tegemoetkomend verkeer en eventuele oneffenheden of obstakels op de weg.
Er is nog een bijkomend voordeel van als je wat verder wegkijkt, en dat is dat het allemaal wat minder hard lijkt te gaan.
Volg het spoor van iemand die je vertrouwt
Heb je het gevoel dat je geen geboren afdaler bent, dan kan het erg fijn zijn om het spoor te volgen van een ervaren iemand. Natuurlijk moet dat een persoon zijn die je helemaal kunt vertrouwen. Let op de lijnen die hij of zij rijdt en op welke punten je het beste remt.
Wanneer je iemand met uitstekende daalkunsten volgt, dan kan dat je net wat meer lef geven. En het mooie daarvan is dat je nog wat sneller je techniek zult verbeteren.
Rem voordat je een bocht aansnijdt
Dit is één van de belangrijkste aanwijzingen wanneer je afdaalt. Remmen in een bocht kan er voor zorgen dat één van je wielen blokkeert en wegglijdt. Met hele nare gevolgen. Rem daarom altijd voor de bocht, wat er voor zorgt dat je in de bocht zelf zo veel mogelijk mogelijk grip hebt met je banden.
Gebruik ook gerust je voor- en achterrem in combinatie met elkaar, als je extra krachtig moet remmen voor een bocht. Wanneer je dat doet, dan is het belangrijk om je gewicht zoveel mogelijk naar achteren te verplaatsen om de druk op je achterwiel te behouden.
Is het toch nodig dat je remt in de bocht zelf, doe dat dan zeer behoedzaam en gecontroleerd.
Rij met je handen in de beugels
Wanneer je afdaalt dan is het zeer aan te raden om met je handen onderin de beugels te rijden. Met je handen op het stuur verlies je namelijk sneller de grip op je stuur, bijvoorbeeld als je onverwachts door een gat of over een hobbel rijdt.
Ook kun je krachtiger remmen wanneer je je handen in de beugels plaatst. Door deze positie verlaag je ook nog eens je gewicht, wat het aansnijden van bochten ook nog eens gemakkelijker maakt.
Laat je niet opjagen en hou afstand tot anderen
Kies je eigen tempo en gun jezelf tijd om in je ritme te komen aan het begin van de afdaling. Jezelf opjagen werkt averechts. Wanneer je vertrouwen gaandeweg groeit, dan zal ook je snelheid automatisch toenemen.
Fiets je met meerdere mensen in een afdaling? Neem dan voldoende afstand tot je medefietsers. Dit geeft je de tijd om te reageren op een onverwachte beweging van iemand.
Afdalen is niet alleen een vaardigheid, het is vooral ook heel erg genieten, wanneer je het goed onder de knie hebt. Als je er niet tegenop ziet, dan is het een ware beloning die volgt nadat je weer een berg hebt bedwongen.
Nog een laatste tip nodig? Jezelf inbeelden dat je Vincenzo Nibali bent kan wellicht ook geen kwaad wanneer je ergens de afdaling inzet… Al mag je gerust wat minder risico’s nemen dan de Italiaan meestal doet. In onderstaande filmpje zie je nog eens hoe hij in 2015 de Ronde van Lombardije won dankzij een fenomenale afdaling.
Foto: Unsplash
