Deceuninck-Quick-Step is het seizoen begonnen in stijl. Het team van Patrick Lefevere rijgt de overwinningen weer aan elkaar zoals in 2018. Ondanks enkele wisselingen in de formatie steekt The Wolfpack in ouderwetse vorm. Wat maakt deze roedel wolven jaar na jaar zo succesvol?
The Wolfpack. Wat begon als een gimmick van ploegleider Brian Holm aan het eind van iedere teambespreking, is inmiddels de ultieme benaming van een breed gedragen teamspirit. De reputatie van de blauwhemden in cijfers uitgedrukt is imposant: 90 overwinningen in 2018. En ondertussen staat de teller alweer op 20.
Natuurlijk is alleen een naam of motto geen verklaring voor succes. Wat behelst die teamspirit verder dan? Tijd om de gouden formule van The Wolfpack te ontrafelen, aan de hand van zeven quotes.
‘Geen enkele renner komt zomaar bij de ploeg. Er is altijd een groter plan.’ – Tom Boonen
Een weloverwogen teamsamenstelling
Het slimme selectiebeleid van Deceunick-Quick-Step mag op het conto van Patrick Lefevere worden geschreven. Lefevere weet als geen ander welke renners zijn team het beste complementeren, en laat niks aan het toeval over. Of in Lefeveres eigen woorden: ‘Wie de Quick-Step-tattoo niet in zijn hersenen heeft, heeft geen plaats in deze ploeg.’
‘I don’t really care who is the leader before the race, nobody calls himself a leader in our team.’ – Zdeněk Štybar
De kracht van het collectief
Het is geven en nemen bij de blauwe formatie van Lefevere. Maar ook: allen voor één en jezelf wegcijferen voor een ander wanneer iemand de kans heeft om te winnen. Er is niet één kopman die tijdens de koers wordt uitgespeeld. Altijd zijn er meerdere troeven, en wie zich goed voelt trekt ten aanval, terwijl teamgenoten de wedstrijd controleren of ontregelen.
‘Het belangrijkste is om een teamspirit te kweken. In deze ploeg weten ze dat er voor iedereen kansen komen.’ – Patrick Lefevere
Iedereen krijgt zijn kans
Kopman of knecht: iedere renner krijgt vroeg of laat in het seizoen de kans om voor eigen succes te gaan. Wat dat betreft is Deceuninck-Quick-Step niet het team van de protocollen. Het kan zo maar zijn dat de kopman zich volledig leeg rijdt voor een knecht. Dat kan alleen in een team met een ongekende teamspirit.
‘Gilbert keek over zijn schouder en vroeg welk tempo hij moest rijden. Ik riep: voluit! En dat deed hij. Dat zegt wat over de toewijding van dit team.’ – Julian Alaphilippe
Geen ruimte voor egotripperij
Lefevere tolereert geen egotripperij, jaloezie of afgunst. Het is tekenend dat een renner als Gilbert, die bij BMC bekend stond als een moeilijke jongen, zichzelf regelmatig wegcijfert voor het teambelang. Natuurlijk bestaat een roedel wolven uit alfamannetjes, maar niemand is groter dan het teambelang. En het teambelang is winnen.
‘Quick-Step voelt al aan als een familie voor mij.’ – Remco Evenepoel
Oog en ruimte voor jong talent
De oude wolven mogen dan zorgen voor het gros van de overwinningen, jonge renners verliest men niet uit het oog. Jong talent krijgt onder de hoede van het team de tijd en ruimte om te groeien, maar ook onmiddellijk de kans om voor eigen succes te gaan. Zo konden Fabio Jakobsen en Álvaro Hodeg vorig jaar onmiddellijk meedelen in de zegereeks.
‘Ik ben niet bang om finales te rijden met de echte grote mannen’ – Yves Lampaert
Geen angst om te verliezen
Natuurlijk helpt het als je als ploeg regelmatig wint. Dat maakt een team onbevangen en zorgt dat de onderlinge sfeer goed blijft. Maar het succes zit hem ook in de winnaarsmentaliteit van The Wolfpack. Koersen bij Deceunick-Quick-Step betekent geen kansen laten liggen. Of nog beter: de wedstrijd in handen nemen. Daarvoor moet je risico durven nemen. Lef kan je de wolven wat dat betreft bepaald niet ontzeggen.
‘Op één of andere manier krijgen we ze allemaal op één lijn. En gaat iedereen voor elkaar door het vuur. Wat, volgens mij, ook alleen maar kan als er wordt gewonnen.’ – Patrick Lefevere
De winning mood
Succes geeft vertrouwen en inspireert. Maar jezelf wegcijferen is nog gemakkelijker wanneer al het harde werken wordt beloond met champagne op de meet. Wat dat betreft hoeft Deceunick-Quick-Step voorlopig niets te vrezen. De geoliede machine zal niet zomaar stilvallen met zoveel kwaliteit en aanvalslust. Of nog beter gezegd: de honger van een roedel wolven is niet zomaar gestild.