De 3 zwaarste kasseistroken van Parijs-Roubaix

De 3 zwaarste kasseistroken van Parijs-Roubaix

De kasseien in het Bos van Wallers.
De kasseien van Trouée d’Arenberg.

Ruim 50 kilometer stoempen over weerbarstige kasseien, verdeeld over 29 monumentale stroken. Dat is wat de renners te wachten staat zondag in de 117e editie van Parijs-Roubaix, alias de Hel van het Noorden.

De bijnaam – Hel van het Noorden – bestaat sinds de editie van 1919. Hij werd geïntroduceerd door een journalist die zwaar onder de indruk was van het door de oorlog verwoeste Noord-Frankrijk.

In de eerste jaren van de wedstrijd reden de renners vooral over puin- en grindwegen. Deze bleven kapotgeschoten achter na de Eerste Wereldoorlog, waarna men de wegen vaak herstelde met kasseien.

De inmiddels karakteristieke kasseistroken dreigden op grote schaal te verdwijnen in de jaren zestig. Om die reden zijn veel stroken sindsdien uitgeroepen tot erfgoed. Sommige sectoren zijn zelfs alleen maar toegankelijk voor het publiek op de dag van de koers.

Wie de kasseistroken ooit met eigen ogen heeft gezien, begrijpt de haat-liefdeverhouding voor de koers. Veel renners vervloeken de race, sommigen passen er zelfs voor. Zo omschreef Phil Anderson het ooit als ‘een wedstrijd voor paarden’, en noemde oud-koersdirecteur Jacques Goddet het ‘de laatste dwaasheid die de wielersport te bieden heeft’.

Toch bezit Parijs-Roubaix ook een ontzettende aantrekkingskracht, juist omdat het een bijna onmenselijke helletocht is. Het is een koers vol spektakel en incidenten. Zwaarder en heroïscher dan Parijs-Roubaix wordt het niet.

Iedere kasseistrook van de ‘hel’ heeft zijn eigen zwaartegraad, uitgedrukt in sterren. Slechts drie sectoren krijgen een maximale score van vijf sterren, vanwege hun uiterst povere staat. Hieronder lees je alle details over deze wegen door de hel.

Trouée d’Arenberg: de poort van de hel

Afgelegd: 164 km – Lengte: 2.3 km

De poort van de hel: het Bos van Wallers.
Trouée d’Arenberg: één van de zwaarste beproevingen in Parijs-Roubaix.

Eén van de meest beruchte kasseistroken van de wedstrijd ligt in het Bos van Wallers. Trouée d’Arenberg maakt sinds de jaren zestig deel uit van Parijs-Roubaix.

Enkele weken geleden kwam de weg nog veelvuldig in het nieuws, omdat de eerste vijfhonderd meter van de strook een noodzakelijke facelift kreeg. Alle ophef daarover was blijkbaar onnodig. Volgens Wout van Aert – die deze week de strook verkende – was er weinig van de opfrissing te merken.

Het pad, dat is aangelegd in de tijd van Lodewijk de Veertiende, is bij regenval een nog grotere hel dan in droge tijden. Modder en mos maken de weg dan glibberig en nagenoeg onbegaanbaar. 

Trouée d’Arenberg boezemt terecht angst in. Het is de strook waar Johan Museeuw in 1998 zijn knieschijf breekt, en Philipe Gaumont in 2001 zijn heup.

De kaarsrechte weg door het donkere bos biedt op grijze dagen een troosteloze aanblik. Het bos symboliseert niet voor niks de poort van de hel en toch is het in de aanloop naar het bos dringen om vooraan te geraken.

De weg ligt er zo slecht bij, dat de organisatie in 2005 besloot om de passage volledig te schrappen. In 2006 koos men als oplossing voor een tegenovergestelde rijrichting door het bos. Licht bergop, dus veiliger. Tot slot keerde in 2007 alles terug bij het oude en reed men weer de traditionele rijrichting, na de nodige herstelwerkzaamheden.

Aart Vierhouten – die er samen met Museeuw ooit onderuit ging – weet het treffend te zeggen: ‘Als ik aan het bos denk, zie ik oorlog voor me. Gewoon oorlog.’

Mons-en-Pévèle

Afgelegd: 212 km – Lengte: 3 km

Lang voor de koers – in 1304 – was Mons-en-Pévèle al een strijdtoneel tijdens de Slag bij Pevelenberg. De kasseistrook naast het gelijknamige Noord-Franse dorpje maakt pas sinds 1978 deel uit van de koers en is sinds die tijd een vaste waarde in Parijs-Roubaix.

Hier bevinden we ons in de volle finale van de wedstrijd. Roubaix-specialist Fabian Cancellara was het die op deze gevreesde strook in 2010 iedereen pijn deed en weg reed uit de groep der favorieten.

In zowel 2014 als 2018 werd de weg opgenomen in het parcours van een kasseienetappe in de Tour de France. Vanwege slechte weersomstandigheden schrapte men de passage in 2014 op het laatste moment.

De armetierige kasseistrook kreeg in 2017 groot onderhoud dankzij de hulp van middelbare scholieren, maar blijft desondanks een slijtageslag na ruim 200 kilometer koers.

Carrefour de l’Arbre: de uitgang van de hel

Afgelegd: 242 km – Lengte: 2.1 km

Carrefour de ‘Arbre is op 15 kilometer voor de finish de allesbeslissende kasseistrook. Het is de laatste grote geseling voor de moegestreden renners. Wie hier vooraan rijdt maakt een goede kans winnend over de streep te komen in Roubaix. 

De kasseistrook heeft zijn reputatie niet alleen te danken aan Parijs-Roubaix. Het is ook de plek waar Chris Froome in 2014 hard viel, waarna hij de Tour de France al na vijf etappes moest verlaten. 

De strook van slechte kwaliteit noemen is een understatement. De stenen liggen er zo schots en scheef bij, dat het midden van de weg soms 30 centimeter hoger ligt dan de zijkanten.

Aan het eind van de weg staat een herberg genaamd Auberge de l’Arbre. Hét symbool van de verlossing, oftewel de uitgang van de hel.

Nog twee dagen aftellen. Dan weten we wie de sterkste en gelukkigste is in La Reine des Classiques en wie mag zegevieren op de mythische velodroom van Roubaix.

Foto’s: Wikimedia Commons