Klimmen is zwaar, en toch fietsen we als wielrenners telkens weer een berg op. Vanwaar die aantrekkingskracht? Een vraag die jij waarschijnlijk wel kan beantwoorden. Vanwege deze vijf redenen natuurlijk!
Uitdaging
Ten eerste rij je een berg op natuurlijk, omdat het zo ontzettend veel voldoening geeft wanneer je de top bereikt. Als wielrenner heb je nou eenmaal een uitdaging nodig, en veel mooier krijg je ze niet snel gepresenteerd. En dat begint al wanneer je die enorme piek in de verte ziet opdoemen…
Uitzicht
Een berg beklimmen doe je natuurlijk ook vanwege het magnifieke uitzicht op de top. Als je geluk hebt, dan is die berg en het uitzicht ook nog eens alleen van jou. Je moet alleen wel een klein beetje geluk hebben met het weer… Maar het uitzicht op een prachtige, heldere dag is onverslaanbaar!
Beloning
Het uitzicht op de top is één ding, maar hoe zalig is de afdaling, na al dat werk? Helemaal wanneer er een perfect geasfalteerde weg vol met haarspeldbochten op je ligt te wachten. Waarbij je ook nog een prachtig uitzicht hebt over het dal. Het enige nadeel van zo’n afdaling: je bent vaak zo snel beneden…
Legendarisch
Sommige bergen wil je ooit eens beklommen hebben. Dan hebben we het over die mythische cols natuurlijk, waar wielergeschiedenis is geschreven.
Als wielrenner móet je gewoon zelf eens ervaren hoe het is om die berg op te fietsen. Om daarna met nog meer bewondering naar de profs te kijken, die het schijnbaar zo eenvoudig afgaat. (Nou ja, degene die wint dan.)
Meetpunt
Niks is zo eerlijk als een berg, want valsspelen kan niet. Een berg is dus een hele mooie manier om te meten hoe fit je bent en om te zien waar je staat. En hoe gaaf is het, wanneer je je snelste tijd verbetert?
Het enige nadeel is dat we voor de echte bergen zo ver moeten reizen. Maar denk maar zo: des te specialer is het, wanneer je op vakantie eindelijk weer eens zo’n reus kunt bedwingen.
Foto’s: Unsplash